Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Ja; ’k zeg als noch, het is een zot die hem vertrouwt Op dingen die hy hoopt, en niet met ’t oog beschouwt, En, als een Ezel hem by d’ooren om laat leijen; Want een die heden lacht, zal morgen zeker schreijen. Een jaar geleên, liet van Gaskonje my van daan Een Rechter komen, en nam my voor Switzer aan.
"Ik ben zot geweest, dat is zoo, om tot zulk eene haspelarij aanleiding te geven," zeide Legree, "maar toen die kerel zijn wil tegen den mijnen zette, moest ik hem toch klein krijgen." "Ik denk niet dat gij hem zult klein krijgen." "Niet?" zeide Legree driftig opstaande. "Dat zou ik wel eens willen zien. Hij zou de eerste neger wezen die het ooit tegen mij uithield.
Nergens kon die aapachtige dood zoo op zijn plaats zijn, die grinnikend, met de passen van een ouden stijven dansmeester, den paus, den keizer, den edelman, den daglooner, den monnik, het kleine kind, den zot en al de andere beroepen en standen uitnoodigend meetrekt.
Evenals, volgens het Grieksche spreekwoord, een aap altijd een aap blijft, ook al draagt hij een purperen kleed, zoo ook is een vrouw altijd een vrouw, d. i. een zottin, welk masker zij ook voordoe. Toch acht ik het geslacht der vrouwen niet in die mate zot, dat zij mij het kwalijk zullen nemen, dat ik haar, ofschoon zelf een vrouw en nog wel de Zotheid, de eigenschap van zotheid toeken.
In den eerste weigerde deze man hem het geheim van zijnen arbeid te openbaren; maar het was hem toch eindelijk gelukt, den zot tot spreken te brengen. Uit zijne verklaringen bleek, dat hij een ontwerp vormde om van Gheel eene zeehaven te maken; daartoe wilde hij eene breede vaart doen graven, die boven Antwerpen in de Schelde zou monden.
Of is het om de boomen te tellen, vervolgde Uilenspiegel, en misschien ook de bladeren er bij? De man, die een credo zei, deed Uilenspiegel teeken dat hij zwijgen moest. Of, sprak deze, altijd vóór hem springend en zijne gebaren nabootsend, zijt gij misschien eensklaps zot geworden, dat gij loopt lijk de kreeften? Maar wie van een zot een verstandig antwoord verwacht, is zelf niet wijs.
Zij vond hem laf, dwaas, zot, dom, onbehagelijk, onbeschoft en zeer leelijk. De officier meende tegen haar te moeten glimlachen. Zij keerde zich beschaamd en verontwaardigd om. Zij had hem gaarne iets naar het hoofd geworpen. Zij vlood, trad het huis weder binnen en sloot zich in haar kamer om het manuscript te herlezen, het van buiten te leeren en te denken.
"En er blijft weinig hoop op genezing!" "Ziek in het hoofd? Zot, wilt gij zeggen? De pastoor schijnt zulks ook te denken; maar het is niet waar: mijn meester heeft te veel verstand en te veel geleerdheid, ziedaar de eenige oorzaak van zijn ongelukkig lot." Ondertusschen had de vrouw de spijzen opgediend. "Mijnheer Willem," zeide zij, "gelief u daar bij de tafel te zetten.
Wat er ook van aan zij, ik deed mij zelven de belofte, dat ik minder handelend zou optreden; maar daarentegen als nieuwsgierige liefhebber meer de jagers zoowel als het jachtvermaak zou gadeslaan. Liet ik mij ook al overhalen, om mij met een geweer te beladen, dan was dat om een niet te zot figuur te maken voor die Nimrods, wier heldendaden ik op uitnoodiging van Bretignot moest komen bewonderen.
Meneer Bollekens vader schokte letterlijk van verontwaardigde verbazing op. Ja maar, enfin, zijt ge zot geworden, jongen! gilde hij 't uit. De knappe meid kreeg een vuurkleur en haar mooie oogen fonkelden even toornig, terwijl zij, als in plotsen opstand, een beweging naar de deur maakte. Blijf hier! gebood haar, kortaf, Bollekens junior.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek