United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar dewijl hij bemerkte dat Robrecht naderde om hen te groeten, bedwong hij zijne ontsteltenis en zag mher Sneloghe stil glimlachende te gemoet. Nadat zij eenige woorden hadden gewisseld over het zoele weder en over den toestand van Segher Wulf, zeide Disdir Vos: "Mag ik mher Snelogde vragen, hoe het met zijne verloofde gaat? Wat moet toch die arme Dakerlia lijden!"

Ach, ik smeek u, doe mij de belofte dat gij haar, indien ik bezwijk, uw leven lang zult blijven beminnen; dat gij haar een trouwe echtgenoot zult zijn, een goede broeder, een liefderijke beschermer!" "De hemel zal het recht de overwinning gunnen", antwoordde Robrecht, "maar, hoe het zij, mher Wulf, elke klop van mijn hart zal toegwijd blijven aan het geluk van uw kind."

"De graaf is terug uit Aquitanië ", antwoordde hem Segher Wulf. "Het Fransche leger is te Atrecht aangekomen. Onze ridders zullen nog daar blijven; want de koning van Frankrijk vreest eenen aanval der Engelschen uit Normandië; maar de graaf komt overmorgen te Brugge." Eene uitdrukking van ongenoegen trok Burchards lippen te zamen. "Waar is de proost?" vroeg hij.

Aldus, lever u gansch over aan het geluk en laat ..." Hij werd onderbroken door de komst van mher Segher Wulf, die, in plechtgewaad, met het zwaard aan de zijde in de zaal verscheen.

Geloof mij, had jonkver Wulf u hare genegenheid geschonken, ik hadde hare beslissing geëerbiedigd. Evenals gij zou ik daarover getreurd hebben; maar daarom toch zou ik u niet vijandig geworden zijn." Zij drukten elkaar de hand.

Terwijl Witta bij zijne eerste woorden reeds in tranen van medelijden losborst, poogde hij haar te doen begrijpen dat zij allen met verduldigheid zich onderwerpen moesten aan den onverbiddelijken plicht. Hij, Robrecht, mocht nu met Dakerlia niet meer spreken. Jonkver Wulf zou dit zelve wel erkennen. Witta zou haar gaan zeggen dat alle hoop was verloren.

Hebt gij dan nog de hoop behouden dat Placida Van Woumen zijne echtgenoote niet zal worden?" "Of ik nog eenige hoop heb behouden?" herhaalde jonkver Wulf met plotselijke ontmoediging. "Eilaas, neen, vriendinne, niet de minste hoop.

Het is te begrijpen, zij zijn zelven van Kerlenbloede. En gij, mher Wulf, waarom trekt gij hunne zaak u zoo vurig aan? Is het misschien omdat gij vreest dat men later ook u de bewijzen uwer vrije geboorte zou kunnen vragen?" "Het is te veel!" schreeuwde Segher Wulf boven al de kreten zijner vrienden uit. "Mher Ghyselbrecht, gij zijt een valschaard, een lasteraar, gij liegt!

Ik zal mijne zuster aanraden in uw voordeel te pleiten, als zij jonkver Wulf gaat bezoeken. Wat mij betreft, ik herhaal het u, met Dakerlia wil nog mag ik voortaan spreken. Nu, vaarwel, en blijf hopen." Hij verwijderde zich tusschen de boomen. Disdir Vos zag hem achterna met een zuren lach op de lippen. "Hij heeft haar bemind! Hij bemint haar nog!" morde hij binnensmonds.

"Ik ben ziek geweest en kom mij nu een weinig in den zonneschijn verwarmen." "Ziek geweest, mher Vos? Daarvan zijt gij nog bleek? Men heeft u sinds weken niet meer gezien. De koude koorts?" "Neen pijn in het hoofd, steken aan het hart." "Gij hebt evenwel vernomen wat er is geschied en hoe Segher Wulf in den krijt Jakob de Leeuw het hoofd heeft gekloofd?"