United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zeker hadden zij reeds door de ringen van hun maliehemd opene wonden ontvangen, want het bloed droop Segher Wulf op den halsberg, en bloed vloeide mher Jakob van de vingeren zijner ijzeren handschoen. En evenwel gingen zij voort met immer even woedend te kampen; men hoorde ze schelden en elkander hoonen, men hoorde ze juichen en vermaledijden....

Hier ontvloog hem een kreet van schrik, ofschoon de geneesheer door zich den vinger aan den mond te leggen, hem tot stilte aanmaande. Segher Wulf lag uitgestrekt op het bed, met een kruisbeeld op de borst. Zijn gelaat was loodvervig en toonde de doorschijnende tint der bloedeloosheid. Witta zat ten gronde geknield en weende bitter.

De Kerels, ha, ha!" schertste Ghyselbrecht, als hadde hij het vast inzicht om hier eenig gerucht te doen ontstaan, dat de Erembalds bij den graaf mocht benadeelen. "Hoe zullen de Kerels hunne vrije geboorte bewijzen?" "Bewijst men den oorsprong van dingen die altijd hebben bestaan?" wedervoer Segher Wulf. "De Kerels zijn de eerste bewoners dezer landen geweest.

"Gij weent, o hemel!" "Arme Witta, arme Witta!" zuchtte jonkver Wulf. "Zij is niet met u!" kreet Robrecht, sidderend van schrik. "Zij is buiten gebleven? Eilaas, eilaas!" En hij zakte, door de wanhoop verpletterd, op eene bank neder.

Dakerlia Wulf stond alleen in eene groote kamer van haar vaders woning, voor eene tafel die beladen was met velerlei kostbare voorwerpen, als gebeeldhouwde schrijnen en doozen, vergulde lampen, kristallen drinkvaten, zilveren dischgerief, een kruisbeeld van elpenbeen; alles zoo kunstrijk, zoo zeldzaam en zoo prachtig dat, hoe weinig plaats het ook besloeg, men het evenwel als eenen aanzienlijken schat moest beschouwen.

Door deze koele bevesting harer vrees verschrikt, hief Dakerlia de handen in de hoogte en riep kermend uit: "Genade, genade voor hem, almachtige God! Hij is onschuldig. Ach, wreek den gruwelijken moord niet op hem. Laat hem leven, ik zegen Uwen heiligen naam tot mijnen laatsten snik!" "Jonkver Wulf, vertwijfel zoo niet", zeide de gevangenbewaarder "Hoor mij aan, ik bid u.

"Het is te Rijssel dat het verbreken van onze huwelijksbelofte werd besloten, en het is de hofraadsheer Tancmar met de Isegrims van 's graven gevolg, die Placida's vader er toe hebben overgehaald. Hoe het zij, ooms, nu het lot mij de vrijheid heeft teruggeschonken, moet ik het u verklaren: ik bemin Dakerlia Wulf, en geene andere vrouw op aarde wordt ooit mijne bruid!"

Ha, gij moest de bruidegom van jonkver Placida worden? Gij gaat trouwen met den dood!" "Genade, genade, ik verzaak de hand van Placida!" Maar Burchard hoorde hem niet aan en ging voort: "Wie heeft aan het hof zelfs de vrije geboorte der Erembalds durven loochenen? Wie is daardoor de schuld geworden des doods van den edelen Kerel Segher Wulf?

"En toch, ik heb maar één kind en moet mij al eene groote opoffering getroosten. Doe dus naar uwen lust, Dakerlia; gij zult er mij, hoop ik, des te meer en te langer blijven om beminnen." "Altijd, altijd even vurig, vader lief!" riep zij uit, terwijl zij hem aan den hals vloog en hem teederlijk omhelsde. "Alzoo, gij gaat niet mede naar den burg?" vroeg mher Wulf, zich tot Robrecht wendende.

"Wie toch kon weten", schertste Placida met misprijzen op de lippen, "dat gij u vereerd zoudt achten met de hand eener edelgeborene jonkvrouw? Gij zijt een Kerel; een Kerlinne alleen is uwer liefde waardig! Dakerlia wone dus op Ravenschoot! Wees zeker, heer, ik benijd de dochter van Segher Wulf dit geluk niet!"