United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Jonkver Wulf", zeide hij, "mijne meesteresse is boven en ongetwijfeld bezig aan haren opschik. Ik zal eene meid bevelen haar van uwe komst te gaan verwittigen. Gelief dus het mij niet ten kwade te duiden indien gij verplicht waart eene korte wijle te wachten"

Zoo, in eene doodsche smart verslonden, bleef zij wel een half uur beweegloos zitten, totdat eindelijk de kastelein Hacket in de zaal trad en haar zeide: "Jonkver Wulf, gij moogt nu tot uwen vader gaan. Voor een oogenblik slechts. Hij is nog buiten bewustheid, maar hij geeft nu en dan zichtbare teekens van leven. De geneesheer heeft veel hoop."

"Hij is bezig met het schrijven van eenige bevelen; hij zal aanstonds komen." "En de kastelein?" "Die is met hem." Burchard zette zich zoo zwaar neder dat de eiken stoel onder hem kraakte, als ginge hij breken. "Het schijnt dat de komst van onzen graaf u niet verblijdt?" bemerkte Segher Wulf. "De komst van den graaf is mij onverschillig" mordde Burchard. "Waarom ziet gij er zoo ontevreden uit?"

"Kom, kom, gij bekommert u ten onrechte", zeide de proost, terwijl hij de deur der ziekenkamer opende. Segher Wulf lag nog met geslotene oogen, en nevens hem stond Dakerlia met angst en vervaardheid op het gelaat; want zij insgelijks had de bazuintonen gehoord. "Ontstel u niet zoozeer, jonkvrouw; uw vader slaapt en de bazuinblazers zijn weg", fluisterde de proost aan haar oor.

Gij moet u het lot getroosten. Dakerlia zal wel zeker Robrechts echtgenoote worden." "Dit huwelijk is nog niet voltrokken!" gromde Disdir Vos met eene vonk van zegevierende blijdschap in de oogen. "Maar zijt gij zinneloos, mijn goede Disdir?" schertste Willem Van Wervick. "Alzoo, gij meent het nog mogelijk dat Dakerlia Wulf uwe vrouw worde?" "Wie weet?

Robrecht en de overige Erembalds begonnen meer vertrouwen in den uitslag van het gevecht te krijgen; want het was zichtbaar dat Segher Wulf, indien hij min sterk dan zijn vijand was, dit gebrek aan lichaamskracht door zijne behendigheid ruimschoots vergoedde.

Ik ken hem, en het was mij gemakkelijk te raden dat eene zeer gewichtige zaak hem bezighoudt ... Gij luistert niet, Dakerlia; gij denkt weer aan droeve dingen ..." "Ach, neen", zuchtte jonkver Wulf, "ik luister ... Welke zaak zou hem bezighouden? Het is te vermoeden, Witta. De Hoop te Veurne heeft kennis genomen van het edict op den balfaart.

Insgelijks bekwam Segher Wulf het woord om zijne uitdaging te verechtvaardigen, en na hem sprak Jacob de Leeuw, om den graaf te verzoeken den kamp te willen goedkeuren en zelf tijd en plaats te bepalen opdat het ingeroepen oordeel Gods in de tegenwoordigheid des vorsten en der ridderen zich mocht verklaren.

Gij bekent dus dat gij een lafaard zijt?" gromde Segher Wulf. "Deze heeren zullen oordeelen", wedervoer Ghyselbrecht zeer koel. "Het is een ridder op schande verboden in eenen gesloten kamp te treden met iemand die niet vrijgeboren is. De vrije geboorte van mher Segher Wulf is mij niet bewezen, ja, ik loochen ze. Het is mij dus een onmiskenbare plicht de uitdaging af te wijzen ."

"Geen wonder", zeide Witta, "dat wij zoo blijde zijn. De geneesheeren, die tot nu toe achterhoudend bleven en ons geene hoop durfden geven, hebben dezen morgen verklaard dat zij niet twijfelen of mher Wulf zal genezen. Zijne wonde, die nog altijd was ontstoken, is nu gesloten." "God zij geloofd!" riep de jonge ridder, "dit is eene gelukkige tijding."