Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Hij troost haar?" "Zooals gij zegt, Disdir; toen ik in de ziekenkamer trad, hield Robrecht eene van Dakerlia's handen en ik zag dat hem van medelijden de tranen in de oogen stonden." "De lafaard! Een man weenen als een meisje!" gromde Disdir Vos op zonderling nijdigen toon. "Lafaard? Robrecht Sneloghe een lafaard?" herhaalde Willem Van Wervick verbaasd. "Omdat hij deernis heeft met ...?"
"Beschuldig onzen vorst Karel niet", bemerkte Segher Wulf. "Ware hij niet slecht geraden, hij zou in alles rechtvaardigheid plegen; maar de valsche Isegrims, die hem omringen...." "Dit is juist de zaak", bevestigde Willem van Wervick. "De leenheeren, die bloedvijanden der Kerels, drijven hem onverpoosd tot onrecht aan.
Van uit de Steenstraat kwam, zonder dat hij het bemerkte, een ander ridder hem te gemoet. Deze, hem bereikt hebbende, klopte hem gemeenzaam op den schouder en zeide: "Nu, mijn vriend Disdir, wat benevelt toch uw gemoed zoo uitermate, dat gij bij dage dwaalt en droomt als een slaapwandelaar?" "Ha, wees gegroet, mher Willem Van Wervick", antwoordde Disdir.
"Beloof ons ten minste dat gij ons geheim zult bewaren", zeide Isaac Van Reninghe. "Neen, neen", kreet Robrecht zeer aangejaagd, "integendeel, ik zal het openbaren! Uwe namen zal ik verzwijgen; maar vorst Karel doen verwittigen, daarvan weerhoudt mij niemand!" "Zijt gij dan een verrader? een verborgen vijand der Kerels?" vroeg Willem Van Wervick.
De Fransche koning? Ha, ha, de Fransche koning bemoeit zich met onze zaken? Niet genoeg dat men ons slaven wil maken, onze dwingeland zelf zou slaaf zijn van eenen vreemden vorst! Het is om te barsten van schaamte!" "In dit geval blijft ons niets anders te doen dan geheel Kerlingaland te wapen te roepen", zeide Willem Van Wervick. "De schermzeis uit de scheede getogen voordat het te laat zij!"
Hacket, de kastelein van Brugge, bevond zich daar als afgevaardigde van het Brugsche Vrije; nevens hem, Robrecht Sneloghe, als vertegenwoordiger van Houthem; en, meer naar achter in de zaal, Disdir Vos, Willem Van Wervick en Ingelram Van Eessen en andere ridders, door verschillige Ambachten afgevaardigd.
"Zoo sla mij Thors hamer, indien ik den eersten Isegrim die slechts een woord van dit lied in mijn bijwezen durft zingen het hoofd niet kloof!" schreeuwde Burchard boven het gerucht uit. "Klachten genoeg, daden moeten er zijn", zeide Willem Van Wervick. "Wat blijft ons te doen? Het is gansch eenvoudig: ons in de Ambachten begeven en alles tot den opstand bereiden."
"Gistermorgen zijn Ingelram Van Eessen, Willem Van Wervick en Isaac Van Reninghe met eenigen onzer mannen naar het Noord-Vrije gegaan, om daar eene bende Kerels te verzamelen. Zijn zij nog niet terug?" "Neen, broeder, wij verwachten ze heden avond. Mistrouwt gij hen insgelijks?" "Geloof mij, Hacket, ik wenschte dat zij niet meer in Brugge terugkeerden.
"Dan zullen wij onzen plicht doen, en goed en bloed ten beste geven voor de vrijheid van Kerlingaland", antwoordde Robrecht. "Hopen wij evenwel dat de wijsheid van onzen graaf dit ongeluk zal voorkomen." "Is het waar", vroeg Willem Van Wervick, "dat gij Ghyselbrecht Tancmar ten hove uwen handschoen in het aangezicht hebt gesmeten?" "Het is waar", antwoordde Robrecht.
Het was bovenal Isaac Van Reninghe, die meer dan anderen prijs aan de tegenwoordigheid van mher Sneloghe scheen te hechten. "Maar, heeren", vroeg Robrecht met eenige spijt in de stem "twijfeldet gij aan mijnen moed?" "In het geheel niet", antwoordde Willem Van Wervick, "maar het ontijdig uur, de bijzondere, de ongewone aard onzer onderneming ..."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek