Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Het was bovenal Isaac Van Reninghe, die meer dan anderen prijs aan de tegenwoordigheid van mher Sneloghe scheen te hechten. "Maar, heeren", vroeg Robrecht met eenige spijt in de stem "twijfeldet gij aan mijnen moed?" "In het geheel niet", antwoordde Willem Van Wervick, "maar het ontijdig uur, de bijzondere, de ongewone aard onzer onderneming ..."

In zijnen Steen zullen wij hem het ontwerp niet te kennen geven. Als hij Willem Van Wervick, Isaac Van Reninghe en Ingelram Van Eessen ziet, zal hij beter gelooven dat de zaak niet roekeloos door mij wordt gewaagd ... Kom nu, laat ons gaan, maar zwijgen wij!"

Het waren Ingelram Van Eessen, Isaac Van Reninghe en Willem Van Wervick. Deze ridders betuigden eene groote blijdschap bij de intrede van Robrecht; zij stonden van hunne zetels op, gingen hem te gemoet en drukten hem de handen, met allerlei vleiende bewoordingen hem lovende voor zijne bereidwilligheid.

Gij hebt mij overtuigd dat zulke aanval bij verrassing, al gelukte hij ten volle, meer kwaad dan goed aan onze zaak zou kunnen doen. Waarschijnlijk is mher Isaac insgelijks van deze meening?" "Inderdaad", antwoordde Isaac Van Reninghe. "En indien mher Ingelram wil toestemmen om van de uitvoering van ons ontwerp af te zien?" "Alleen kan ik niets ondernemen", morde Ingelram, in schijn verstoord.

Diensvolgens waren de kwaadvoorspellende berichten, die Isaac Van Reninghe aangaande de vermoedelijke inzichten des graven hun had gebracht, van allen grond ontbloot. De kastelein noodigde hen uit om op dezen verblijdenden uitslag eener dreigende zaak met hem eenen beker Cyperwijn te gaan ledigen. Allen volgden hem in den Steen. Zie J. CRIMM, Worterbuch bij Amt.

"Ik ween, ja", antwoordde Robrecht, "van afgrijzen, van medelijden! Mijne tranen vlieten over Kerlingaland, dat gij ten prooi gaat geven aan de vermaledijding der gansche Christenheid; over u, die u zelven en de Kerels gaat bevlekken met eeuwige schande ..." Hij meende te bemerken dat Disdir Vos en Isaak Van Reninghe hem met min onwil dan hunne gezellen aanhoorden. Dit boezemde hem eenige hoop in.

"Welnu, neen, hij zal niet sterven!" riep Robrecht met kracht. "Uw afschuwelijk opzet wil ik beletten. Morgen vroeg reeds zal de proost van St-Donaas weten wat hier is beraamd ... en, moest ik zelf tot graaf Karel gaan om hem te waarschuwen, ik zou niet terugtreden voor zulke daad!" Isaac Van Reninghe was opgestaan en legde nu den arm over Robrechts schouder.

Nu kwam Burchard met zijne bloeddorstige vrienden terug in de kapelle. Isaac Van Reninghe herkende des graven schatmeester. Hij sprong op hem toe, rukte hem, onder het bulderen van schromelijke vermaledijdingen, de kappe van het hoofd, greep hem bij het haar en sleepte hem over den vloer, om hem buiten de kerk te gaan vermoorden.

"Gistermorgen zijn Ingelram Van Eessen, Willem Van Wervick en Isaac Van Reninghe met eenigen onzer mannen naar het Noord-Vrije gegaan, om daar eene bende Kerels te verzamelen. Zijn zij nog niet terug?" "Neen, broeder, wij verwachten ze heden avond. Mistrouwt gij hen insgelijks?" "Geloof mij, Hacket, ik wenschte dat zij niet meer in Brugge terugkeerden.

"Welkom, welkom, onze vriend Isaac Van Reninghe!" riepen de ridders, van hunne zetels opstaande om hem de hand te drukken. "Gij komt van het leger? Hoe is het in Aquitanië vergaan? Mher Luitprand van Rousbrugge was erg gekwetst. Is hij genezen? Zijn er vele Vlaamsche ridders gesneuveld? Wie heeft er zich het meest onderscheiden? Wanneer komt ons leger terug?"

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek