Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 oktober 2025


Zijne ooms erkenden de gegrondheid dezer bemerkingen en beloofden den zieke van niets te spreken. Alzoo zij nu door de gang traden, hoorden zij eensklaps op eenigen afstand bazuintonen hergalmen. "O! mijn God!" kreet Robrecht verschrikt, "daar komt men nu in deze straat het noodlottig besluit afkondigen. Mher Wulf zal het hooren. Wat schromelijke slag!" "De snoodaards!" morde de kastelein.

Een scherpe angstkreet ontsnapte de bevende Witta. Jonkver Wulf aanschouwde hem integendeel met eenen tergenden twijfellach op de lippen. "Er is slechts één middel voor u om uw leven nog te redden", hernam Disdir Vos. "Dat Dakerlia mijne hand aanvaarde, en de veldheer schenkt u beiden genade.

Hij meende juist met kalme woorden Segher Wulf aan te spreken om met hem tijd en plaats voor den kamp te bepalen, maar nu werd eene dubbele deur opengeworpen, en de graaf verscheen in de zaal. Al de ridders schikten zich van wederzijde langs de wanden en boden met gebukten hoofde eenen doorgang aan den vorst, die langzaam tusschen hen voorbij stapte en eene hoogte in het diepe der zaal beklom.

Er ontstond een groot gerucht, doordien de andere Erembalds zich bij Segher Wulf voegden en men mocht vreezen dat eindelijk deze woordentwist in een bloedig tooneel zou veranderen, des te meer daar de aanjagende woorden Isegrim en Blauwvoet nu insgelijks werden uitgesproken. Er naderde een ridder, gebouwd als een reus, die tot dan, van in eenen hoek der zaal, alles onbewogen had aangehoord.

Wat Jakob de Leeuw betreft, die had wel waarlijk den geest gegeven; want men bespeurde zijne bloote hersens door de klove van zijnen helm. Segher Wulf leefde nog; alhoewel zijne oogen gesloten waren en zijn gelaat met de lijkachtige loodverf des doods was overtogen, verroerde hij nu en dan nog krampachtig handen en voeten.

Intusschentijd had de heelmeester, door zijne dienaars en door eenige Erembalds geholpen, Segher Wulf van al de stukken zijner wapenrusting ontdaan, en door een eerste verband zijne wonde zoo goed mogelijk gesloten. Hij scheen zeer voldaan over zijnen arbeid en toonde den omstanders met zekere fierheid dat het bloed nog slechts bij druppels tusschen de opgelegde pleisters en doeken doorsijpelde.

"Zie, ja, mijn geluk was te groot, het moest gestoord worden; ik heb het voorgevoeld, ik heb het gedroomd ... maar indien mijne smart en mijn schrik eene andere bron hebben dan de liefde tot u, mijnen vader, dat de alziende God mij terugwerpe voor altijd in het ijselijk verdriet dat mijnen boezem heeft verknaagd!" "Ik bid u, mher Wulf, laat mij voor u in het strijdperk treden", zeide Robrecht.

"Onmogelijk, mijn broeder staat gansch gereed om zijn bezoek bij mher Rijkaard te brengen." "Wat doet het? Hij zal daarom niet laten uit te gaan. Heb medelijden met mij!" "Ik kan niet blijven, Dakerlia. Mijn broeder wacht mij." "O, God!" riep jonkver Wulf eensklaps met blijdschap, "het is dus Robrecht die u tot mij gezonden heeft?

Het draagt de namen van een en dertig gekende martelaars der vaderlandsche zaak: Jan Bouderez, Jan Verschaeve, Willem Vasure, Jan Maelfait, Willem Bourgois, Michiel Bonekaert, Jan van de Putte, Pieter Willein, Jan de Smedt, Pieter de Wulf, Jacob Verscheure, Fideel Kinds, Jan Braems, Pieter Berlamont, Jacob Verschaete, Jan Folens, Jan de Waele, Jacob Wallays, Pieter Albrecht, Jan Noppe, Willem Buyse, Lodewijk Missiaen, Pieter Baeckelandt, Lodewijk de Waele, Jozef de Vos, Frans Messeine, Jan Carlier, Augustijn Vroman, Jan Vroman, Frans van den Bulcke en Maria-Magdalena Schaede.

Jonkver Wulf, door dezen onverwachten oproep verrast, murmelde eene onduidelijke verschooning. "Inderdaad", bevestigde Witta, "al die vervaarlijke geschiedenissen van den storm op zee en de akelige lijkplechtigheden der Kerels beletteden u aan Robrecht te denken."

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek