Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Als de reizigers, die dit gevraag wel eens begint te vervelen, hun niets geven, jouwen de vrouwen en kinderen die gierige lieden geweldig uit, die niet eens willen betalen wat zij schuldig zijn; men schreeuwt hun scheldwoorden na, werpt hen met zand, en blijft de vertrekkende boot verwenschingen naroepen en met steenen gooien, tot op eens het lawaai een einde neemt, en de vertoornde bewoners welgemoed naar huis terugkeeren, zonder geld; maar met een verlicht gemoed, nu zij hun verontwaardiging hebben lucht gegeven.

"Elk wat wils", As you like it, vergelijkt met "De Storm", dan vindt men in beide een edel, verdreven vorst, die zich in zijn ballingschap zeer goed weet te schikken en tegen de ondankbaarheid troost vindt, maar men erkent terstond bij de lezing, dat het eerste stuk door een jongeren dichter, met een vroolijken blik op het leven, geschreven is, het tweede door een man van rijperen leeftijd, die, hoe welgemoed ook, het leven met een kalmer oog beziet.

Wanneer hij door zijn vrouw wordt betrapt, geeft het een grooten en ernstig en twist. Toen het korte verhaal van Neifile geëindigd was, zonder dat het gezelschap er te veel om gelachen of over gesproken had, keerde de koningin zich naar Fiammetta en beval haar te volgen, welke zeer welgemoed antwoordde, dat zij gaarne wilde en aldus begon: Allerliefste donna's.

"Ga-je meê snoeken vangen?" "Ja, waar zijn ze?" "In de sloot, achter het huis." Welgemoed ging het tweetal op weg. Ze liepen den tuin door en kwamen aan eene sloot, die ongeveer 2 meter breed was. "Hier zijn ze," zei Dik, op het water wijzende. "Geef me eene hand." "Ik niet. Vang jij ze maar, dan zal ik er op passen." "Goed. Daar ga ik." Dik zette één been vooruit, en stapte pardoes te water.

Ik riep in de droomhallen, maar er was niemand. Ik ging eindloos voort, maar de vreemdsoortige steenen zweegen, Toen keerde ik weeder naar mijn slapende lijf, ik zag het liggen, klam van gelatenheid. En de dag wachtte, de koele, blanke jongeling, welgemoed wachtte de morgen, onverschillige cipier.

Misschien kan die je terecht wijzen." Paul dankte hartelijk voor den goeden raad en reisde welgemoed verder. Nadat hij dagen gereisd had, kwam hij op een' avond door een reusachtig bosch, en aan 't eind van dat bosch was eene zee, en aan het strand van die zee stond eene oude vervallen hut. Paul klopte aan en stapte binnen. Daar zat een vrouwtje, zoo oud, zoo oud!

Welgemoed toog ik met den gids op weg; 't was een gezellige prater; Van de Water zouden wij hem hier genoemd hebben; daar heette hij Dall Acqua. Eerst een paar kronkelwegjes door het dorp en toen langs een slingerpad tamelijk steil den berg op.

Na zijn vertrek viel er niets vermeldingswaardig meer in de gevangenis voor: Joan en Hendrik bleven laat zitten praten en gingen eindelijk welgemoed ter ruste. Wij zullen hen voor een wijl in hun kerker laten, om onzen ouden vriend, den Baron Van Sonheuvel, te bezoeken, die met zijn dochter en gevolg zijn intrek bij de Gravin van Nassau had genomen.

Met het oog hierop hadden zij hunne plannen gemaakt, en alles voorbereid tot een overhaast vertrek. Welgemoed reden zij naast elkander voort, vol vertrouwen op den dag van morgen. Onderweg kwamen zij Malluch tegen. De brave man verraadde door woord noch blik, dat hij de verhouding van den jongen man tot Simonides kende of van hun verbond kennis droeg.

De dag was lang en schoon, vol vreugde en genot, en als de zon ten ondergang neeg, gevoelde het haft zich altijd vermoeid van dat vroolijke zweven. De vlerkjes wilden het lichaampje niet meer dragen, en zachtjes en langzaam streek het neer op den zachten, golvenden grashalm, knikte met het kopje en sliep zacht en welgemoed in, het was de dood.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek