Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


't Was de klok van zeven uur, het sein dat de werkdag gesloten was; en buitenplaatsen en hoeven in den omtrek hadden het luien overgenomen, joegen de kleptonen uit hun daken. «Wel te rusten, baas," zei de knecht die met den laatsten gieter wegging. «Wel te rusten, Jan," zei de baas weêrom. Hij ging met zijn gast terug naar de tuinmanswoning.

Het was laat, toen Georges wegging; laat, toen Marie en Lili samen heure slaapkamer opzochten en zich ontkleedden.... Marie luisterde vriendelijk en geduldig naar Lili's gesnap over honderden plannen voor de toekomst: zij zou het heerlijk vinden te reizen en Georges' betrekking bracht natuurlijk meê, dat zij dit later veel zouden doen; dit zou zij zich niet uit het hoofd laten praten, al beweerde hij ook, dat zij zich niet al te veel illuzies maken moest.

Een scherp mes had ik niet. Vaders pennemes lag beneden in een lade. Als moeder maar eens wegging! Klingeling -klingeling! Ha, tweemaal gescheld! Dat was de melkboer. Ze ging heen en nog was ze niet aan de buitendeur of ik was met vaders pennemes naar boven. Nu aan het snijden. Eerst teekende ik met pootlood een G. Flink maar! , het zweet liep me langs het voorhoofd.

Hij verklaart blijkbaar, dat wij moeten vertrekken, om bij het aanbreken van den dag aan de doorwaadbare plaats van de rivier te zijn, want dat naarmate de zon hooger komt, het water ook zal rijzen en dat, als we nog langer wachten, we er niet over zullen kunnen. Daar hij niet wegging, moesten wij wel opstaan.

Hij voelde dat, zoodra hij alleen was, hij het portret zoû bezien. En hij huiverde voor de zekerheid. Toen de knecht koffie en cigaretten gebracht had, wegging, had Dorian grooten lust hem te zeggen te blijven. En toen hij de deur achter zich sloot, riep hij hem terug. De man stond weêr vóór hem. Dorian zag hem aan. Ik ben vandaag voor niemand thuis, Victor, sprak hij met een zucht.

Wat een gelukkig toeval! Ik heb van negen uur af in je bibliotheek op je zitten wachten. Eindelijk kreeg ik medelijden met den knecht en heb hem gezegd naar bed te gaan, toen hij mij uitliet. Ik ga vannacht naar Parijs, en ik woû je gaarne nog zien, vóór ik wegging. Ik dacht wel, dat jij het was, of liever gezegd: je pels, toen je me passeerde. Maar ik was toch niet heelemaal zeker.

De walmende wierookvaten, die ernstige jongens in hun kant en scharlaken, als groote gouden bloemen de lucht inzwaaiden, hadden fijne bekoring voor hem. En als hij dan wegging, zag hij met wonder naar de zwarte biechtstoelen, voelde den wensch in zich: in de grijze schaduw van een pilaar te zitten, te hooren naar de mannen en vrouwen, die voor het gesloten rasterwerk fluisterden hun ware leven.

Mijntje kon nauwelijks een traan bedwingen, toen haar brave Heer voor zoo lang wegging, en dacht dat zij het wel eenig zou hebben.

En toen hij eindelijk wegging, neuriede hij binnensmonds, luchtig geworden naar het scheen en los van zware gedachten, de hersens gevuld met onbestemdheid, met een gewaarwording licht als een roes die komt, met een prikkelend gevoel van zorgeloosheid dat hem drong de armen voor zich uit te zwaaien in de ruimte.

Na een pooze kwam Marie terug, ademloos... Heb je hem gepakt? vroeg Lili. Natuurlijk niet! antwoordde zij. Die jongen is als een geit zoo vlug.... Hup.... hup.... hup... hij vliegt over alles heen! , heerlijk zoo eens te rennen.... Ik wou dat ik een jongen was. Toen Frédérique wegging, vergezelde Lili haar de trap af; Marie zou dadelijk beneden komen....

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek