United States or Zambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geen mensch was meer in den omtrek te zien; geen licht scheen meer uit de tuinmanswoning aan het einde van de laan; geen geluid kwam uit de stad tot hem over dan het slaan van een torenklok en nu en dan het geblaf van een enkelen hofhond, die aansloeg, verschrikt door de een of andere nietige oorzaak. Twaalf malen sloeg de klok in den ouden toren.

't Was de klok van zeven uur, het sein dat de werkdag gesloten was; en buitenplaatsen en hoeven in den omtrek hadden het luien overgenomen, joegen de kleptonen uit hun daken. «Wel te rusten, baas," zei de knecht die met den laatsten gieter wegging. «Wel te rusten, Jan," zei de baas weêrom. Hij ging met zijn gast terug naar de tuinmanswoning.

Zoo gingen soezend de minuten voort, en rondom de tuinmanswoning zuchtte de nacht haar smartelijke stilte uit, en het tikken der klok was als hamerslaagjes, als het koortsige kloppen van een menschenhart. Slaperig opende hij de oogen. Hij zag de couranten netjes opgevouwen en tot een dik stapeltje gemaakt, liggen op de tafel. Toen vielen zwaar zijn oogen weêr toe.

Men mompelde in keuken en tuinmanswoning, straks ook in de dorpskroeg, vreemde dingen: iets van eene oude voorspelling die vervuld, van een vreeselijk voorteeken dat geschied zou zijn doch waarvan geen mensch, zelfs de oude Bartel niet, het eigenlijke meer wist.

Elf gesmoorde metaalslagen waren aan komen waaien uit den verren dorpstoren en nog altijd zat de gast van den hovenier in de tuinmanswoning te soezen onder de lamp; alles in huis sliep den stevigen slaap van den voornacht, na een dag tobben in de open lucht. Hij zat te rooken, met het hoofd lui achterover tegen het tochtschot geleund.

Mannestappen kwamen aan door de stilte buiten, ze klotsten wat harder op de steenen plaats van het koetshuis naast de tuinmanswoning, toen klonk de stem van den baas door de muren henen, een andere antwoordde, de klink der deur gaf een metalen tik en om den hoek van het schot riep de frissche stem «goeien avond samen." «Dag baas," zei de vrouw, «zoo laat nog?"

Men had mij toen in de tuinmanswoning gebracht en in het bed van een der kinderen gelegd. Zes uur lang was ik meer dood dan levend geweest; gelukkig had mijn bloedsomloop zich hersteld, was de ademhaling langzamerhand weder op haar kracht gekomen en ontwaakte ik uit mijn bezwijming.

Aan het einde dezer laan, welke volkomen recht doorliep, lag een steenen brug, wier leuningen met beelden voorzien waren: en daarachter de Ridderhofstad zelve: een ruim en deftig gebouw, met een vrij hooge torenspits boven den ingang, en twee vooruitspringende vleugels, wier beide gevels trapsgewijze opliepen en met bloemplanten begroeid waren; terwijl het plein voor het huis nog bovendien tusschen twee mindere gebouwen besloten was, tot stalling en tuinmanswoning strekkende.

Zelfs was de diabolische trek bij haar zoo volstrekt afwezig, dat de dienstboden van minderen rang, op Soekabrenti, in plaats van haar te benijden of te belasteren, haar gaarne lijden mogten en haar roemden om hare goedheid. In de tuinmanswoning was zij eene welkome bezoekster, en de kinderen van den koetsier liefkoosden haar in de tegenwoordigheid hunner moeder.

Een tijdje had hij zitten lezen, nu lag het boek weêr voór hem op den rand der tafel, en als na een lekker eten, vol rustig genot, was hij aan het dommelen geraakt, vaag kijkend voor zich uit. De nacht rondom was gedrukt, zwijgend van een zware stilte; er hing een plechtigheid om de tuinmanswoning als was zij een altaar in een hooge en stille kathedraal.