Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Bijna elken namiddag kwam Allard haar bezoeken, en, hing het schoone kopje mat en treurig neer, als eene bloem, die het aan water ontbreekt, het richtte zich op, wanneer het uur naderde, waarop de welbeminde gewoon was te verschijnen. En, sloeg dat uur, 't was uit met mijmeren, en stond zij aan het hek van den hof, in gezelschap van den getrouwen hofhond, en omfladderd door hare duifjes.

Geen mensch was meer in den omtrek te zien; geen licht scheen meer uit de tuinmanswoning aan het einde van de laan; geen geluid kwam uit de stad tot hem over dan het slaan van een torenklok en nu en dan het geblaf van een enkelen hofhond, die aansloeg, verschrikt door de een of andere nietige oorzaak. Twaalf malen sloeg de klok in den ouden toren.

Tegen een schuurtje, achter op het erf, dat gebruikt werd als bergplaats voor landbouwgereedschappen, was een hondenhok geplaatst, waar Kees, de groote hofhond, aan een ketting lag. 't Was een vriendelijke hond voor de huisgenooten, maar vreemdelingen konden hem niet vertrouwen, want hij beet ze zonder genade met zijn groote tanden in de beenen, dat het bloed te voorschijn kwam.

46 Hofhond, de beide Malatesta's, heeren van Rimini, Verrucchio geheeten naar een kasteel dicht bij de stad. Zij waren vader en broeder van Paola uit den Vijfden Zang. 47 Montagna, een Rimineesch Ridder, wreedelijk door hen gedood als hoofd der Ghibellijnsche partij.

46 De oude Hofhond en de nieuwe van Verruchio, die over Montagna het kwaad beheer voerden, maken daar, waar zij plachten, hun tanden tot avegaar.

Reeds dikwijls had het geratel der donderslagen, die men bij tusschenpoozen van den zeekant hoorde, haar belet, met hare taak voort te gaan, toen het geblaf van den hofhond, hetwelk spoedig in een vroolijk gejank veranderde, haar aanleiding gaf, de lezing geheel te staken.

De goede Maessen, die den rook van zijn schoorsteen voor zich uit zag omhoogstijgen, verwaardigde het hier beschreven schouwspel met geen enkelen blik, en stapte, nu hij, zoo hij meende, de keuken reeds begon te ruiken en den welkomstgroet van zijn hofhond hoorde, met verdubbelden spoed vooruit.

Wellicht was het jonge meisje tehuis. Maar het woedend geblaf van een forschen hofhond, die zijne nadering bespeurd had, en naar het hek schoof, dat het erf van het pad scheidde, deed hem van de voorgenomen poging afzien, om zich bij haar aan te melden.

"Een apart vaatwerk, nap of bak, die buiten hem alleen nog door den hofhond gebezigd wordt, is goed genoeg voor den armen 'Natmänd' die den Jutschen boer op zijne hoeve opzoekt, en de Jut zou liever honger lijden dan gebruik te maken van eene schaal, die door een Natmänd gebruikt is."

Bij het tuinhek wachtte zij hem op, in gezelschap van den nog altijd brommenden, maar op haar bevel niet meer dreigenden hofhond. Haar »Vooge" was binnen, zeide zij, en..... was ook niet heel boos geweest, maar toch »gebrom wat". Terwijl zij hem noodigde naar binnen te gaan, floot zij een paar witte duiven, die op het dak zaten, tot zich.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek