Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Ik weet wel, men moet veel op rekening stellen van de kwaadsprekendheid en de bekrompen uitleggingen eener kleine stad, maar toch .... oordeel zelf: Onder de dames aan wie ik werd voorgesteld, was er eene, een alleraardigst jong weeuwtje met gitzwarte oogen en levendige gelaatstrekken, die mij werd aangeduid als een verre nicht van de Roselaers, en waarvan het mij in 't eerst speet, dat zij niet Francis Mordaunt heette en de uitverkoren nicht was van tante Sophie.

Deze glimlachte vroolijk. Hij zag nu geen bezwaar meer in de zaak. Hij was zeer nieuwsgierig naar het mooie weeuwtje, en beloofde spoedig eens te komen kijken. »Ja, maar voor dien tijd moeten we je nog wat anders zeggen!" viel de oudste zuster in. »André, je zoudt ons meisjes een groot plezier kunnen doen!" »Kom aan! Dat treft goed! Al wat je maar wilt!"

De Morder is gepromoveerd, na het verdedigen van een Specimen, handelende over verschillende misbruiken en ongepermitteerde wettelijke bepalingen. Hij staat op het trouwen met een weeuwtje, hoewel hij zich lang op dien stap bedacht heeft, omdat hij het beroerd onaangenaam vond, dat juist, als hij eens zin kreeg in een meisje, een ander al eens met haar getrouwd was geweest.

Een pachter van Kent was de laatste gebleven, Maar zong nu zoo vleiend een lied, Hij roemde zijn rijkdom, zijn vorstelijk leven. En zeg mij, welk weeuwtje verhoorde hem niet? De heer en de ridder, och lagen er achter, Al zongen ze beurtlings een lied; De weduw bekoorde het goed van den pachter, Wat weeuwtje ook ter wereld verhoorde hem niet!

"Waar nu Majoor Frans het commando heeft," liet de oude dame er op volgen. "En zich den tijd verdrijft met paardrijden en jagen," voegde het weeuwtje er bij, met een opgetrokken neusje.

Nu moet ik echter uw aandacht daarvan afleiden. Wij zullen ons dezen keer en ge hebt 't uit den aanvang van dit [p.30] opstel reeds bemerkt niet slechts hebben bezig te houden met schrijvers, die, om dezen of genen reden, tijdelijken afstand tusschen zich en hun onderwerp behoefden, maar ook met hen wien de ruimtelijke tusschen dat en hun lezers verkieslijk scheen. En hierbij denk ik in de allereerste plaats aan den roman De Vreemde Heerschers, Een Verhaal van de Italiaansche Meren, door C. en M. Scharten-Antink, fournisseurs de la cour. Dezen laatsten titel zult ge weliswaar door de prijzenswaardige nederigheid der gelukkige bezitters niet op eenigen plek in het boek vermeld vinden, maar, laat mij u zeggen, dat hij niettemin een zeer werkelijk bestaande waardigheid representeert. De heer en mevrouw Scharten zijn het gij zult mij veroorloven steeds van den heer en mevrouw Scharten als éénheid te spreken en niet die critici na te volgen, die voortdurend in dit geval den zonderlingen waan schijnen te koesteren, dat wat de Heer vereend heeft, de recensent mag scheiden! het echtpaar Scharten is het, niet voornamelijk wijl het de erkende romanleverancier van De Gids is, ook niet wijl het de onschuldige liefhebberij van meerdere zéér voorname winkeliers heeft, een overvloed van kaartjes-met-uitheemsche- woorden over hun étalagewaren te strooien en evenmin, wijl het 't eene seizoen in Soieries Françaises, 'n ander in Inverniciatura Italiana handelt en vermoedelijk 'n derde jaar in High-life tailor-made Dressing-gowns, maar nooit ofte nimmer in ordinaire hollandsche katoentjes zal "doen" neen, de heer en mevrouw Scharten zijn 't vóóral, omdat zij er feilloos in slagen, alles waarin zij negotie drijven, absoluut hoffähig te maken, van de boerengeslachten van Cavarna af, tot het lustige weeuwtje, "het Mayertje" toe, en dat wel op zoo'n savante en kunstige manier, dat, als je gòed proeft, de boeren zoowel als het Mayertje, trots de ingewikkeld desinfecteerende bewerking die zij hebben ondergaan, toch nog, respektievelijk, naar boeren en naar een cocotte smaken! Maar ge weet zoo min wellicht [p.31] wie de Cavarner landlieden als het lustige weeuwtje zijn. Laat mij dus even een en ander ordelijk vertellen. Onder de oppervlakte van dit boek-land laaien twee machtige vuurstroomen die ik in mijn gewone doen dramatische konflikten zou noemen, maar mijn geest is op het oogenblik zóó in de Italiaansche sfeer gevangen, dat ik van niets anders dan van Etna's en Vesuviussen droom! Van dit onderaardsche vuur leeft het geheele Schartensche land met al zijn wezens, maar het kent er ook de lava-erupties en aschregens [p.32] door, die het met een grauwe wade van leed en rampen bedekken. Daar hebben we aan den eenen kant de Muzzo's, waarvan de ouderen verlaten op den vaderlijken grond achterblijven, wijl de jongeren verlokt door het vele geld-verdienen in Amerika, de een na den ander daarheen vertrekken, om nooit weer terug te keeren: het eene konflikt veroorzaakt door vreemden invloed. Daar hebben we aan den anderen kant de invasie der Duitschers in Italië, die met hun flair voor zaken-doen den landszonen de beste brokken voor den neus wegkapen: het tweede konflikt. Ter eenre zijde dus: het kapitaal, dat het beste bloed uit het land zuigt, ter andere: het kapitaal, dat het gewin uit het land trekt. Een beeld dus van het internationale kapitaal in onbewust bondgenootschap alles dienstbaar makend aan zijn belangen. En dat beeld wordt er des te volkomener door en blijkt zelfs rijk aan een ongezochte symboliek, als we erop letten dat de roomsche priester Jacchini de handlanger en adviseur van het duitsche kapitaal is! Op deze tendenzen der huidige samenleving de hand te hebben [p.33] gelegd, en ongetwijfeld een in-kunst-herscheppende hand, d

"En is freule Mordaunt later nog getrouwd?" vroeg ik en trachtte de vraag zoo onverschillig mogelijk van de lippen te laten vallen. "Wel neen!" riep de schrale oude juffer met een triomfeerenden glimlach. "! dat is toch vreemd; eene jonge dame die zooveel attracties scheen te hebben," merkte ik aan. "Dat is in 't geheel niet vreemd," viel het weeuwtje in, op een coquet sentimenteelen toon.

De tweede bezwoer bij het licht van zijn oogen, Al zingende vroolijk zijn lied; Hij toch was een heerschap in Welschland getogen, En zeg mij, welk weeuwtje verhoorde hem niet? Hij heette heer David van Hugo van Morgen, Van Griffith van Tudor, zoo snoefde zijn lied, "Dat gaat niet, één weeuw voor zoo velen te zorgen!" Zoo sprak ze en verhoorde onzen Welschman ook niet.

"Heeft zij hem op een woesten rijtoer van den bok geworpen," viel de oude dame in met een glimlach van demonisch genot. "Anderen, die 't meenen te weten, zeggen, dat zij hem met de karwats heeft doodgeslagen," voegde het weeuwtje er bij, dat er toch ook het hare van hebben moest. "Horrible, most horrible!" kwam er met een gemaakt sentimenteel oogverdraaien achter.

"En hoe liep de partij voor freule Mordaunt af in dat curieuse danstoilet?" viel ik in, want ik had minder belang bij een combat d'esprit met het précieuse weeuwtje, dan bij eene meer voltooide karakterschets van Francis, al was die ook door een tintje kwaadsprekendheid gekleurd. "Juist zooals zij het hebben wilde, denk ik.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek