United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


In het algemeen echter hecht zich de klamme vrees aan de slechts vaag verbeelde figuren, die niet met vaste attributen, bekende trekken en gezellig bonte kleedij in de kerken uitgehouwen en geschilderd stonden, maar met een ongezien schrikgelaat in een nevelige wade rondwaarden, of in louter hemelglans zich vertoonden, of in monsterlijk verschietende wanvormen uit de schuilhoeken van het brein opdoken.

Als ze den wind hoorde die in den schoorsteen loeide en de leien van het dak rukte, zag ze hem door dien zelfden storm aangegrepen, zich vastklampend aan den top van een verbrijzelden mast, achterover uitgestrekt onder een wade van schuim, of wel, herinneringen aan de aardrijkskundige prenten, hij was opgegeten door de wilden, in een bosch door apen meegenomen, of liep te verhongeren langs een onbewoonde kust.

O, mijn kleine, mijn koningskat, als ge zóó dood zijt, als ge zoo moet verdwijnen, dan zal ik u bouwen uit mijn harteschat een ruim rein graf, een mausoleum van ijslijnen. Daarvóor is heel de hemel mijn, zoo hoog en koud hij mag schijnen, ik zal er van nemen ijslijnen en weven een wade om uw kleinheid fijn.

Bij de’ oever, waar een stroom van loovers helt Uit berkekruin, en schaduwen doet waren Op duizend bloemen, die ten rei zich scharen In ’t woud van goud, droomt zij, wier boezem zwelt: ’t Jong bloempje droomt een glimlach vergezelt Het sluimrend zwoegen van dien maagdeboezem, Door wade niet en niet door leed bekneld;

Maar evenals daar buiten in de natuur 't nieuwe leven begon te ontwaken, zoo was ook in 't hart van dezen man, toen Gods warme liefde er over was opgegaan, nieuw leven ontwaakt, dat niet meer zou sterven, heerlijk, krachtig Lenteleven. De nevel; een grauwe vochtige wade, die het landschap omfloerst. Alles dof, alles donker, alles kil. Gebogen de sprieten en halmen van gras en korenveld.

Dood! Voor ons en voor alle tijden dood, die eenmaal zoo machtige wereld, die nu ledige, onbezielde schimmenwereld, Die gulden, verblindende wonderwereld met al hare heerlijke legenden en mythen, Hare koningen en fiere kasteelen, hare priesters en strijdvaardige ridders en schoone riddervrouwen, Dood, de lijken in de wade, in de rusting, gedekt door de kroon, bijgezet in het knekelgewelf.

En Amor sprak: "Nu zwijge ook ik niet meer; Kom, waar uw Vrouwe neerligt, met mij mede," En leidde mij ter stede Waar ik haar doode lichaam mocht aanschouwen, Ik zag: toen spreidden vrouwen Een witte wade over haar aanzicht neer, Dat, diepdeemoedig, als in stille bede, Niets scheen te zeggen als "Ik ben in Vrede!"

"Troost, troost u", roept de Liefde in haar genade, "Om Gods wil, staak dit weenen" Meelij spreekt. "Schenkt aan zoo zoete beden nu vertrouwen, "Leg af dan eindelijk dier droefheid wade", 't Is Rede zelf die aldus tot u spreekt. Ten doode leidt u zulk wanhopig rouwen; En hoe zoudt ge ooit haar schoon gelaat aanschouwen Zoo Dood u trof in zinnelooze smart!

En met gespannen wieken hangt hij zwevend, De Sfynx, op geuren, boven de’ open mond Der blonde bloem, en in den diepsten grond Der keel wringt hij de tong, naar honig strevend; En de elzen, waar zich ’t geiteblad door wond, Omhelzen ’t stoeiend paar, van vreugde bevend, En hen omhelst de Nacht, een wade wevend Van zilver, die om boom en bloem zich rondt.

Fijne, schuchtere dartelingen van stervend zilver en kwijnend rood lispelden. Een luchteile wade van verwelkende glansjes lauwde. In de broeyerig-kleverige roerloosheid van de kamer gleden en streepten Mathildes gedachten uit haar heele wezen over de donzige kleuren. Uit haar oogen ruischte haar denken.