Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 september 2025


Een barst in de luidbel mengt onder het gebom een regelmatig terugkeerenden wanklank, die aan een knarsenden wanhoopskreet doet denken. Tegen den kerkmuur opkruipend, hult de mist den toren in onzichtbaarheid. Het begrafenisgebengel wordt over den omtrek uitgestrooid als uit een geheimzinnige hoogte. Naast den kuil staat de doodgraver. Hij steunt met de rechterhand op zijn spade.

O! zoo dikwijls rijst uit 't diepst van ons wezen, telkenmale als droeve dingen zich aan ons oog vertoonen, smartkreten van lichamelijke en moreele ellende ons oor bereiken, als een wanhoopskreet de bede op: "Geef den Javaan opvoeding!"

Maar Borik wist niet, waar de dokter zich gewoonlijk ophield. Hij schreef evenwel, en de brief, die zulk een hartverscheurenden wanhoopskreet inhield, had hij aan de goede zorgen van de Voorzienigheid toevertrouwd. Het schijnt, dat de Voorzienigheid nog al goed den dienst der posterij uitoefent, daar de brief, in weerwil van alles, aan zijn adres terecht gekomen was.

Niet voor niets zullen we een menschenleven lang vertoefd hebben in eene omgeving, die van louter vormen aan elkaar hangt; maar wij hebben de leêgheid dier vormen leeren inzien, diep, diep 't gemis van inhoud gevoeld, en de klacht, de wanhoopskreet onzer ziel vernomen en verstaan: "Wat is vorm zonder inhoud?" Vorm moet volmaken, maar inhoud is hoofdzaak.

"Een Katholiek," lacht Alva hoonend, "evengoed als ik? En gij verzet u tegen den koning van Spanje?" "Ja," antwoordt Guy, "ik ben een Katholiek, maar ik ben ook een Engelschman." "Er zal er spoedig een minder zijn, om tegen de Spaansche vlag te vechten," zegt Alva hoonend. Dit gaat vergezeld van een wanhoopskreet van zijn dochter.

Van alle zijden doken zij op, de achterste golven duwden die voor hen waren, voort als een kudde dolle schapen, dofbrullend en den grond doende daveren onder hun wilden galop. Op onze beurt slaakten wij de wanhoopskreet: "De Garonne! De Garonne!" Nog aldoor holden over den weg de twee mannen en de drie vrouwen. Zij hoorden den woesten galop der golven, die hen dreigden in te halen.

Toen kon hij zich niet langer bedwingen: een snijdende wanhoopskreet weerklonk door de kerk en deed het gezang verstommen: ook de jonkvrouw had haar minnaar herkend.... Maar hij waggelde de kerk uit: hij legde zwaard en wapenrusting neder, hulde zich in de grove pij des kluizenaars, en bouwde zich eene kluize in de vallei van Sint-Jan, van waar hij het uitzicht had op het klooster.

En dan barst hij uit in een wanhoopskreet: "Wat poëzie, myn God, opdat ik niet verga van walging over zooveel walglyks òm my."

Ongelukkig is 't om te kunnen denken en niet te mogen; om te kunnen voelen, te kunnen, te willen, en 't niet te mogen. Blijf maar dom". Er lag een wanhoopskreet in die woorden. Op een keer dat ik overweldigd van moreele pijn roerloos tegen den muur leunde, met wijdopen oogen, die niets zagen, starende in de lucht, trof een smartkreet mijn oor, die mij tot de werkelijkheid terugbracht.

Deze vriend was verpletterd, verstikt, in elkander gedrukt door den vreeselijken arm van den inktvisch, wellicht later tusschen de ijzerharde kaken verbrijzeld, en zou niet met zijn makkers rusten onder het kalme water in een koralen graf! Te midden van die worsteling had de wanhoopskreet, door den ongelukkige geuit, mij het hart verscheurd.

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek