Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Jan Vos en Piet van Dril waren bij hem op visite, en Anneke had anijsmelk gekookt, tot groote vreugde van Jan, die zijn vriendje Karel ook bij zich mocht hebben, en bizonder veel van anijsmelk hield. 't Was een recht prettige avond, want de drie oude vrienden zaten te praten over hunne kinderjaren, en de twee jongens luisterden met open mond naar hetgeen er verteld werd.

Daarom vroeg hij: »Wat is er broeder vos, wat zet je voor een gezicht?« »Achzei de vos, »er zit een grimmig dier in mijn hol, een gloeiend met vurige oogen!« »Die zullen wij er wel uit krijgenzei de beer; hij ging meê naar het hol, en keek naar binnen; maar toen hij de vurige oogen zag, werd het hem ook te warm; hij moest van het grimmige dier niets hebben, en pakte gauw zijn biezen.

Toen eerst bedacht ik, dat ik het bij de put had laten liggen. Ik ging dadelijk terug, maar bemerkte, dat een vos mij voor was geweest en bezig was mijn hoofd te verslinden. Ik naderde langzaam en gaf het beest een zoo krachtigen schop, dat het van angst een klein boekje liet vallen.

In het laatst van den herfst ondergaat de samenstelling van het gezin verandering: alleen de jonge wijfjes blijven bij de moeder; de jonge hanen zwerven gemeenschappelijk rond, laten af en toe hun stem hooren, vechten soms met elkander en beginnen in de volgende lente de levenswijze van hun vader. Het Auerhoen heeft behalve den Vos en den Havik nog vele andere vijanden.

Ook toen zocht ze haar weide ver weg, om den vos, en daalde niet neer, voor ze op de moerassige velden, ten zuiden van het huis Glimmingen kwam. Dien heelen dag zat de jongen aan den kant van een plasje, en blies op zijn rieten fluitje.

"Ik verzeker u, Mijne heren," hernam Diederik de Vos, "dat er meer dan tweeëndertigduizend ruiters en wel zo veel voetknechten zijn. Zij roven en verkrachten alsof zij daardoor de hemel verdienen moesten." "Zijt gij wel zeker van die kwade tijding?" vroeg Gwyde met angst. "Heeft degene, die u dit gezegd heeft, u niet bedrogen, Mijnheer Diederik?"

Lang daarna was de koningszoon weer eens in het bosch, en hij ontmoette den vos, die zeide: »je hebt nu alles wat je maar wenschen kunt; maar aan mijn ongeluk is geen einde; toch is het in uw macht mij te verlossenen weer smeekte hij hem, hij zou hem doodschieten en kop en pooten afhouwen.

Ik had niets om hem bang mee te maken en als we dat in 't begin niet hebben, is alle werk voor niets. Wat kon ik doen? Hem uitsturen met den Vos en Charley? Daar hadden we genoeg van; ik was bang voor ons allemaal.« »Daar had ik niets mee te makenzei Monks.

Oliver hield met de ééne hand den onderkant van den zak vast, zooals hij het de Vos had zien doen en haalde met de andere voorzichtig den zakdoek er uit. »Heb je 'm?« riep de Jood. »Hier meneerzei Oliver en hield den zakdoek op. »Je bent een knappe jongenprees de vroolijke oude heer en streek Oliver liefkozend over het hoofd. »Ik heb nooit zoo'n snuggeren jongen gezien.

Indien BOENDALE wat niet waarschijnlijk is nog heeft geleefd omstreeks 1375, dan heeft hij zijn hart kunnen ophalen aan een verhaal van den vos Reinaerde, dat waarschijnlijk wel genade zal hebben gevonden in de oogen der ernstige mannen van dien tijd. In dat jaar toch heeft een onbekend, geletterd dichter het oude verhaal opnieuw bewerkt in den geest der didactische dichters.

Woord Van De Dag

steenweg

Anderen Op Zoek