Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 november 2025
De wolf, hoe hongerig hij ook was, meende, dat 't het best was hun raad op te volgen en hij ging bij hen in het gras liggen, totdat hun meester uit het bosch kwam. Gij kunt u voorstellen, hoe verbaasd de jonge edelman was, toen hij een afschuwelijken, grooten wolf bij zijn paard zag liggen! Maar toen de vos hem het geval had verklaard, stemde hij er in toe den wolf ook in zijn dienst te nemen.
Hij verdwenen, dan zou Dakerlia mijne vrouw worden. Maar wat nu? Eilaas, eilaas, wat nu? Ach, hadde ik hem dezen namiddag kunnen doorsteken met mijne oogen!" Er werd op de deur geklopt en de Kerel, die onder hem over de wacht der poort gebood, trad binnen. "Mher Vos", zeide hij, "hebt gij niet gehoord dat er iemand buiten voor de poort staat, die vraagt om te worden binnengelaten?
Het gebeurde eens, dat zij samen in het bosch liepen; de wolf zei: »Rooievos, schaf eten, óf ik eet jou!« En de vos antwoordde: »ik weet een boerensteê, waar jonge lammeren zijn, als je zin hebt zullen wij er een gaan halen.« De wolf vond het goed en zij gingen op weg. De vos stal het lammetje, bracht het voor den wolf en ging aan den haal.
Onder de vernielers van het gevogelte, vindt men ook een ander dier, in dit Land bekend onder den naam van Quacy-Quacy, door zommige persoonen genoemd het Indisch Konyn, maar zynde in de daad de Coati-moudi, of het Brazielsche wezeltje. Men vergelykt hem zeer voegzaam met de Vos; want zoo wel als hy genoegzaame kragten heeft, om een kalkoen of een gans weg te nemen, is hy ongemeen behendig.
Daar het een koude avond was, had de Vos in de kamer zijn hoed opgehouden, wat trouwens een gewoonte van hem was. Tusschen zijn tanden hield hij een steenen pijp, die hij er alleen een oogenblikje uit nam, wanneer het hem geschikt dacht, een verfrissching te nemen uit een kruik, die met jenevergroc gevuld, ten gebruike van het gezelschap op tafel stond.
Hij was buitengewoon verbaasd een vos naast zijn paard te zien liggen. Hij hief dus zijn geweer op met het plan hem te dooden; maar de vos rende recht op hem toe en zei: "Dood mij niet! Neem mij mee; ik zal u trouw dienen. Ik zal op uw mooi paard passen, als gij in het bosch zijt." De vos zag er zoo deerniswaardig uit, dat de edelman medelijden met hem kreeg en op zijn voorstel inging.
De wilde gans ontweek den vos niet, maar vloog tot heel dicht bij hem. Smirre deed een hoogen sprong naar haar, maar hij sprong mis, en de gans vloog verder, naar het meer toe. Het duurde niet lang, of er kwam weer een nieuwe wilde gans aanvliegen. Ze nam denzelfden weg als de eerste, en vloog nog lager en langzamer.
Toen sloeg hij zijn blik op Marius en vroeg: "Hebt ge niemand dan dien gebaarde en dien langharige gezien?" "En Panchaud." "Hebt ge er ook niet een kleinen modegek zien zwerven?" "Neen." "Noch een dikken, die op den olifant in den plantentuin gelijkt?" "Neen." "Noch een kerel, die zoo rood als een vos is?" "Neen."
De Edelmarter is de ergste vijand van den Eekhoorn. Den Vos gelukt het maar zelden deze prooi te bekruipen. Aan Wouwen, Haviken en groote Uilen ontkomt de Eekhoorn door, zoodra de Vogel hem te lijf wil gaan, schielijk volgens een schroeflijn om den boomstam heen naar boven te klimmen.
Maar de vos en de beer snelden op hem toe en verzochten hem het dier geen kwaad te doen. Zij vertelden hem aan welk een goeden meester het behoorde en dat hij er zeker van kon zijn, als hij maar wilde wachten, dat ook hij in dienst genomen en goed verzorgd zou worden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek