Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 november 2025


Eindelijk kwam er een jonge vos. Toen zei vrouw Vos: »heeft hij een rood broekje aan en een spits snoetje?« »Ja, dat heeft hijzei de kat. »Dan moet hij boven komenzei vrouw Vos, en de meid moest het bruiloftsmaal bereiden. »Katje veeg de kamer aan. En smijt den ouden Vos maar uit het raam, Een dikke vette muis, Bracht hij zoo dikwijls thuis, Maar at ze op alléén, Gaf er mij nooit één

Toen keek ze, en herkende den vos aan zijn halsband, en zij nam hem meê naar haar kamer en zei: »Vosjelief, wat wil jeEn hij antwoordde: »mijn meester, die den draak gedood heeft, is hier, en hij zendt mij om van het gebraad te halen, dat de koning eetZij zond toen om den kok, die moest een stuk gebraad bereiden zooals de koning het at, en het voor den vos dragen tot aan de deur, daar nam de vos hem de schotel af en bracht die aan zijn meester.

Na deze gans kwam er nog een, en toen een derde, een vierde, een vijfde, tot het geheel werd afgesloten met de oude grijze en de groote witte. Ze vlogen allen langzaam en laag. Juist als ze boven Smirre, den vos zweefden, daalden ze, precies alsof ze hem wilden uitnoodigen hen te vangen. En Smirre liep ze na en sprong een paar voet hoog, zonder dat hij in staat was één van hen te pakken.

"Ze hebben mijn heele familie vermoord," zei de vos. "En zij zullen mij ook nog wel eens vermoorden. Maar dat alles zal hun vergeven worden, als zij het bosch maar helpen." Karr kon nooit door het kreupelhout loopen dat jaar, zonder dat iemand hem vroeg, of de menschen het bosch konden helpen.

»Jazei de vos, »aan jou heb ik toch niets, als je mij de kippen van je vader belooft, zal ik je loslaten.« »Heel graâgzei Duimpje, »de kippen zul je allemaal hebben, dat beloof ik jeToen liet de vos hem weêr vrij en droeg hem naar huis. Toen de vader zijn lief zoontje weêr terug had, gaf hij den vos graâg al zijn kippen.

Dan zullen zij roepen: Domine, Domine, nonne in nomine tuo prophetavimus? maar de stem van boven zal antwoorden: nunquam novi vos: discedite ame, qui operamini iniquitatem. Hendrik! gij zult wellicht dien dag beleven, dat de triomf der ware Kerk, van welke de Heere gezegd heeft, dat de poorten der Helle haar niet zouden overweldigen, over het aardrijk zal gevierd worden.

Toch heeft het woord altijd het bijdenkbeeld van onoprecht. Hij redde zich op een ~listige~ wijze uit het gevaar. De vos, die de kaas van de raaf wil hebben en den vogel niet bereiken kan, gaat het dier vleien; zijn ondervinding zegt hem, dat men door vleierij veel kan verkrijgen, maar ...... een weldenkende wil van zulk een middel geen gebruik maken.

Wat wilt gij er mee doen? vroeg Uilenspiegel. Hem vóór den hertog beschuldigen en naar verdienste doen hangen, antwoordde de parochiepaap. Maar wie zijt gij? vroeg hij. Ik ben, antwoordde Uilenspiegel, het masker van Michielken en een arme Vlaamsche vos, die terug naar zijn hol trekt, uit vreeze voor de Spaansche jagers. Intusschen nam Pieter de Roose in aller ijl de vlucht.

Om deze reden arresteerde hij den Vos, zoodra hij hem bereiken kon en gezegde Vos bleek bij fouilleering een zilveren snuifdoos op zich te hebben met den naam van den eigenaar in het deksel gegraveerd.

Gewoonlijk beschermt de natuur haar broedende moeders van wie hulpelooze levens afhankelijk zijn, met een overleg en een eindelooze zorg, evenals wij menschen in zoo'n geval doen. Zelfs de vos kan ze in zoo'n tijd niet ruiken, al komt hij er vlak langs.

Woord Van De Dag

abendkreis

Anderen Op Zoek