United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een jonge man houdt van verandering en zijn hart, zegt men, is even moeilijk te bewaren als een stuk geld!" "O, mijn koningin," hernam ik, "laten wij de toekomst er buiten en denken wij slechts aan het heden. Gij zijt schoon en ik ben verliefd. Als mijn liefde u aangenaam is, laten wij dan van elkander genieten zonder verdere bedenkingen.

Slechts om te lezen gebruikte hij een bril. Hij was verliefd van natuur, maar zeide dat hij sedert tien jaren bepaald geheel en al van de vrouwen had afgezien. Hij kon niet meer behagen, zooals hij zeide; hij voegde er echter niet bij: ik ben te oud; maar: ik ben te arm; ware ik niet geruïneerd... O! Hij bezat inderdaad slechts een inkomen van omstreeks vijftien duizend francs.

Bekker vond dat zoo'n man dat woord eigenlijk niet mocht uitspreken, dat moest niet mogen. "Wat zei je tegen hem?" Ik had niks gezegd, ik had maar naar z'n gezicht gekeken en gevonden dat-i zoo'n dikken kop had en gedacht: "hij weet niet wien hij voor heeft, daar is hij te dom voor." En ze betaalden ons slecht de heeren. En verliefd waren we.

Wat een vader betreft, zonder vermetelheid kan ik mij er geen geven. Een voornaam heer was wel verliefd op mijn moeder toen ik op de wereld kwam, maar dat is nog geen overtuigend bewijs, dat ik aan hem mijn geboorte heb te danken.

Een donna, verliefd op een jonge man, brengt onder den schijn van vroomheid en van een zeer rein geweten, een eerzamen monnik er toe, zonder dat die het merkt, haar de gelegenheid te geven haar begeerte geheel te bevredigen.

Ook graaf Bohemund van Tarente trok zo rond en terwijl hij troepen aanwierf voor een nieuwe expeditie, vertelde hij met de nodige fantasie van zijn heldendaden en zijn avontuur met de dochter van de sultan, die op hem verliefd werd en hem uit zijn gevangenschap bevrijdde.

Intusschen bleef Cosette in haar schijnbare onverschilligheid en onverstoorbare kalmte verschanst, zoodat Jean Valjean tot dit besluit kwam: Deze knaap is dol verliefd op Cosette; maar Cosette weet nauwelijks, dat hij bestaat. Desniettemin gevoelde hij in zijn hart een smartelijke ongerustheid. Ieder oogenblik kon het uur slaan, dat Cosette wederkeerig zou beminnen.

Zoo'n meid was 'n tref. "Trui, je bord. Marie geef 's door an grootmoeder. Sjors, zet je vingers niet in de saus." Dan gingen de spersieboontjes rond, de aardappelen, de sauskom en kwam er even rust, vorkengetik en gesmak van de oude vrouw. "Gerrit, wat ben je stil vanmiddag?" "Ik?" "Ach hij's verliefd ma." "Hou toch je mond, nest." "Oh! Oh!" "Wat is d'r? Wat is d'r?" "Kijk grootmoe is!"

Wel had hij hoog tegen Abraham opgezien, maar dat hij zóó groot, zóó verheven was verliefd, werkelijk ongelukkig verliefd dat ging boven Marius' begrip en bracht hem in een nóg grooter bewondering.