Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Bijna stikkende in tranen van smart en verkropte woede, heeft Philippe de rechtzaal verlaten, en, Rosa voorbijgaande, heeft hij het gelaat met de beide handen bedekt en verzucht: "Ah! ce maudit foulard." En het eind der geschiedenis! Hij zal ziek zijn en ziek blijven! had Philippe gezworen: "In de gevangenis komt le vieux chéri, zoolang ik adem heb, nooit."
"Accoord, Mijnheer! maar ik heb hier geen explicatie te geven. Van waar zijt gij dezen morgen gekomen?" "Van Interlaken," antwoordde Torteltak met verkropte woede. "Accoord," zei de Commissaris; "dat verspreidt licht over de zaak."
Dit bericht was verre van bevredigend en Willems was er dan ook zeer ontevreden over. Nu eens verdacht hij Roestink van geheime samenspanning met de Snibs die nu zijne cliënten waren geworden, dan weer van onvruchtbare bemoeizucht die zich den schijn gaf veel te zullen doen terwijl zij niets teweegbracht. Hij durfde zijne vrouw zelfs geene deelgenoote maken van dit briefje, uit vreeze door haar gedreven te worden om eene nadere opheldering te vragen aan Roestink zelf, die hij liefst nu vermeed hoe meer hij in 't geheim tegen hem verbitterd was, uit zeker opzien tegen »onmoeite," die intusschen verre was van wezenlijke zucht tot vrede. Hij hoopte wel dat Sanne niet vragen zou als hij zelf zweeg, het was toch immers eene zaak die haar eigenlijk niet schelen kon. Van Zaterdag tot Zondag deze belangrijke vraagstukken met zich zelven overwegend, kwam hij ten laatste tot het besluit om toch maar den raad van Roestink te volgen en aan zijne catechisanten geene vragen te doen die hen òf tot verklikkers òf tot leugenaars zouden maken. Hij verkropte dus zijn leed en zweeg.
De majoor Kartenglimp, zoo pas van de conferentie in de nieuwe dokterswoning thuisgekomen, heeft zijn hoed met ruw geweld op een canapé gesmeten en zich zelf in een voltaire geworpen. 't Ware bedroevend geweest voor wie als getuige van zijn teleurstelling die lang verkropte woede had moeten aanschouwen. Driemalen dreunde de tafel door een krachtigen slag van zijn vuist.
Geerten hoorde het, verkropte zijn spijt, vroeg in-eens naar Franske dien hij niet ontwaarde, zóo maar om 't gesprek af te leiden ... "Bij Lowis blijven slapen ... wat nu ..." schamperlachte Charel ... Geerten stoof op: "Als ge dat nog zegt èh, breek ik U armen en beenen! Venijnige beest!" "'k Zeg de waarheid," snauwde de andere terug.
Zijn zuur onthaal en ontmoedigende voorzegging hadden de grootmoeder en de kinderen tranen uit de oogen gerukt. Mie-Wanna alleen verkropte hare schaamte. Alhoewel de vrouw haar poogde te troosten en gerust te stellen, stond zij op en zeide: "Wij zijn u dankbaar voor uwe goedheid, pachteresse.... Komt, kinderen, vervorderen wij onzen bitteren kruisweg. Weent niet en heft uw hoofd op.
Heel goed, zeide de Magy met verkropte woede, zeg maar dat ik kom. Vervolgens zeide hij tot zijn gerigtsdienaars: werpt dat wijf over scheepsboord. Zoo was het einde van de laatste der Moeders. Wraak willen wij daarover niet roepen, die zal de tijd nemen. Maar duizendwerf duizendmaal willen wij Frya na roepen: waak! waak! waak!
Zij kon geen minuut meer stilzitten, voortdurend liep zij met het Geluw Meuleken naar buiten in den kil-mistigen avond tot aan het hek van den landweg en stond daar rillend in het donkere verschiet te peiloogen en te luisteren. Eindelijk zag zij in de verte een lichtje flikkeren. Daar kwam zeker de sjees. Krampachtig greep zij 't Geluw Meuleken bij den arm en een snik verkropte in haar keel.
De vrouw, de dochter en het zoontje kwamen buiten. En ook zij jammerden luid over 't verlies van den mooien hond, die zooveel geld waard was. Vosken vloekte. Allemaal de schuld van die bandieten! raasde hij, zijn vuisten naar 't Oosten ballend. Maar een kreet van angst verkropte in zijn keel en zijn oogen, star van schrik, bleven op den vagen horizont gevestigd.
Daar zag zij haren verloofde, met de armen op den rug gebonden tusschen eenige wapenknechten staan. Zij ging met wankelende stappen tot hem, blikte hem diep in de oogen en meende te spreken, doch de stem verkropte in hare keel. "Dakerlia, o, Dakerlia", zuchtte Robrecht, "ik smeek u, spaar mij het gezicht uwer smart! Laat mij den moed om als een Kerel te sterven! Vaarwel, mijn uur is gekomen ..."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek