Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Dat rymloos rympje van den rechten man op de rechte plaats, sticht wèl kwaad. Indien al de hoedanigheden of de hoogst bereikbare maat daarvan die 'n veldwachter behooren te versieren, vereenigd worden aangetroffen in de persoon van X, dan juich ik in de veronderstelling dat ik me verbeeld op de hoogte te zyn zoo luid als iemand de benoeming van dien X tot veldwachter, toe.

Als hij hoort hoe zij de schoven tellen en roemen over het mooie weder dat hunne taak begunstigt schittert er vreugde in zijn oogen. Nog eenmaal, spreekt men er van den geneesheer te gaan halen; maar de grijsaard maakt zich driftig, en men vreest hem nog eerder te dooden, indien men tegen zijn zin in handelt. Hij laat alleen vragen om den veldwachter, een zijner oude kameraden.

Snepvangers ging wat achteraf zitten, niets op zijn gemak door de bedreiging met den veldwachter, waardoor zijn plezier bedorven werd. Sander kreeg medelijden. Wees maar niet bang, de veldwachter komt wel niet en dan zeg ik maar dat ik met twee lijnen visch... daarbij ik ken hem... ik zei het maar om de aardigheid. Een boet is geen aardigheid... Ik wil voor geen vischken op 't tribunaal komen.

"Nou, je zal toch ook wel gehoord hebben van dien landlooper, die bij Japik naar binnen is gegaan en bezig was de zilverkast leeg te stelen. De knecht kwam er net op af, maar hij is verdwenen voor ze hem pakken konden. Nou zeggen ze, dat hij weer gezien is in de buurt." "Ja, dat is secuur, 't moet hem zijn." antwoordde de veldwachter, "en hij zal me geen tweeden keer ontloopen."

Hier heb je mandaat als veldwachter.... en hier als dorpsbode.... ga nu met die twee dingen meteen naar den ontvanger, dan betaalt die je dadelijk uit. Dan heb je direct wat geld in handen. Nu.... goeden morgen!" "Maar Edel Achtbare...."

Overal zag men de menschen voor de ramen of op de straat verschijnen, toen hij tusschen den burgemeester en den veldwachter naar het raadhuis werd gevoerd, waar hij voorloopig in het gevangenhok werd opgesloten. Met neergeslagen oogen liep hij tusschen zijne bewakers voort, ongeboeid, dat is waar, maar toch scherp bewaakt.

Dit aardig boerenkind wordt door Bol, den veldwachter den slimmerik, die een beetje te veel "klaart en rooje-jenevert" zegt de Burgemeester beschuldigd, van appels te hebben gestolen. Zeldzaam is een eenvoudig gegeven zoo geestig uitgewerkt.

De veldwachter naderde Jan Verhelst en zeide hem, dat een rechter en de substituut van den procureur des konings hem in het wachthuis riepen, om zijne verklaring te hooren. De arme baanwachter kon zijne oogen van de gendarmes niet keeren. Kwamen zij voor hem? Om hem te halen? Zou hij naar de gevangenis? Onmogelijk! Wat had hij toch misdaan?

Indien de beide personen den weg gevolgd hebben, moeten zij langs dezen weg zijn gekomen. "Door een toevallige, gelukkige omstandigheid zijn wij in staat om na te gaan, wie zoo aldaar gepasseerd zijn. Op dat punt, waar mijn pijp nu ligt, heeft een veldwachter van 's nachts twaalf uur tot zes uur in den morgen op wacht gestaan. Zooals je ziet, scheidt de weg zich hier voor de eerste maal in tweeën.

Juist kwam Jans aan de voordeur, om melk te nemen, toen de veldwachter voorbij ging. "Hebben jelui hem al, van Buren?" riep de melkboer hem toe. "Nee," antwoordde de veldwachter, "maar je mag de voordeur wel dicht houden, Jans, want het is een gevaarlijk, brutaal sinjeur, en hij kon best eens binnen komen, als je hem zoo uitnoodigt." "Over wien heb je 't nou?" vroeg Jans.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek