Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Dat maakte wel een vreemden indruk en de andere leerlingen keken zeer verbaasd en ietwat spottend op. Dat schuchtere Fonske naast dien veldwachter in uniform met zijn rooden neus, leek bijna op een aangehouden landloopertje dat naar de gerechtszaal wordt gebracht.

Dat die X veldwachter wezen moet, en z'n neef Y lid van 'n invloedryk matigheidsgenootschap. Ook dat minister Z verdiende bevorderd te worden tot ambteloos burger ... altemaal right things on their right places, of disederata daartoe strekkende.

Heb-je een permissie om in onze gemeente te zingen? Neen, mijnheer. Maak dan dat je weg komt, als je niet wil, dat ik proces-verbaal tegen je opmaak. Maar mijnheer.... Noem mij geen mijnheer, maar veldwachter, en ruk uit, luie bedelaar. Een veldwachter! Ik wist door hetgeen mijn meester overkomen was, wat men te wachten heeft als men zich tegen politieagenten en veldwachters verzet.

Laten we probeeren, wie het hardst trekken kan, Flipsen of wij." Jan en Piet pakten Dik opnieuw beet, en trokken wat zij konden. De veldwachter nam hem bij de beenen, en trok ook uit alle macht. Het gevolg was, dat Dik bleef, waar hij was, en het mooiste was nog, dat Flipsen niet eens merkte, dat Dik daarbuiten helpers had.

Hier hield de veldwachter met eenige mannen van goeden wil, die hij ter hulp had geroepen, de straat afgesperd, en zoo konden dan de gevangene en zijne wachters zich voortspoeden, zonder langer door het gejouw en de wraakkreten der aangehitste lieden te worden vervolgd.

De kast was nu doorzocht, en de veldwachter begon nu de beide bedsteden te inspecteeren; daarna kwam de provisiekast aan de beurt, die al bijzonder weinig bevatte, en toen werd zelfs de groote klok doorzocht, maar tevergeefs; het overige geld werd niet gevonden. De burgemeester deed nog eenmaal eene poging, om Trijn tot bekentenis te brengen, doch zij volhardde bij hetgeen zij gezegd had.

"Als gij niet komt," zeide de veldwachter, "dan is dat voor uwe eigene verantwoording." "Die heeren denken altijd," hernam Frederik, lachende, "dat als hunne pruimen rijp zijn, wij ze moeten plukken. Maar, ik wil in elk geval morgen naar Stavenhagen gaan, want mijn tijd bij den molenaar is om." "Je zult je wel bedenken!" bromde de molenaar; "tot Sint-Jan heb ik je gehuurd."

Een der gendarmes moest hem den arm nemen, om zijnen wankelenden stap te richten. Toen de dichtgeslotene menigte, door den veldwachter teruggedreven, zich opende om het treurige gevaarte te laten voorbijgaan, klonken den armen Verhelst wel wreede en bloedig kwetsende woorden in de ooren.

"Zeg jongens, nu moet je allen op een flinken afstand gaan staan, zoodat je dadelijk de vlucht kunt nemen, als de veldwachter buiten komt. Wanneer hij je dan hoort loopen, denkt hij natuurlijk, dat een van jelui de dader is. Op die manier heeft hij in mij geen erg, en jelui kan hij toch niet krijgen. Wat zal hij dan kwaad worden!" "Goed, uitstekend! Maar waar blijf jij dan, Dik?"

Vader Dik, die er juist op aan kwam loopen, wist eerst niet goed, wat hij zag, maar een oogenblik later barstte hij in een onbedaarlijk lachen uit. "Wat nu, Flipsen," riep hij den veldwachter toe, "ga je in het karretje van mijn Jan rijden?" Flipsen richtte zich op uit zijne moeielijke positie, en bracht met zijne beenen de kar tot staan. Maar waar was Jan?

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek