Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Flipsen wist van kwaadheid niet, wat hij zeggen moest, en met toornige blikken keek hij van Dik naar de auto, die verlaten aan den kant van den weg stond, en van de auto naar Dik. Maar deze deed niet anders dan lachen, want het was hem onmogelijk zich te bedwingen. "Bedaar toch, Flipsen, bedaar toch!" riep hij tusschen de buiën door den veldwachter toe. "Bedaren?" schreeuwde Flipsen.

Maar het bleef stil, doodstil, daarbuiten. "Wat drommel, spreek dan!" schreeuwde de veldwachter, die buiten zichzelven geraakte van kwaadheid. Doch geen antwoord volgde. Loerend keek hij in de duisternis rond, maar daar hij niets zag, ging hij weer naar binnen, en zette zich met een boos gezicht aan 't werk.

Dus ik, de veldwachter, zou aan den burgemeester moeten vertellen, dat de jongens zóó weinig ontzag voor me hebben, dat ze me in mijn eigen huis voor den gek komen houden? Ha, ha, dommer kan het al niet. Neen, dat nooit! Ik zal ze die grappen wel afleeren, en goed ook, geloof dat maar, en bij den burgemeester moet ik er me maar doorslaan. Ik ga. Goeden morgen."

"Ja, dat is het mooiste van de grap, jongens. Ik blijf doodbedaard in zijn eigen tuin tusschen de aalbesseboomen zitten, en zoo gauw hij weer binnen is, begin ik opnieuw te trekken. Vooruit nu!" De jongens maakten, dat zij op een behoorlijken afstand kwamen, ver genoeg, om den veldwachter in de duisternis te kunnen ontloopen, en toch dicht genoeg bij, om te kunnen hooren en zien, wat er gebeurde.

Dat had de schildwacht ontdekt, en jawel, daar kwam de veldwachter Loendersloot, zoo maar zonder eenig bewijs van den burgemeester, en beval ons uiteen te gaan. Daar stoorden we ons niet aan. Juist zongen we Psalm 68:15, daar komen burgemeester Hoolwerf en luitenant Worm, met een heele troep soldaten binnen. De luitenant op Jakob af!

Nu, ik liet mij dat door den veldwachter voorlezen, en toen hij dat klaar gekregen had, zei hij: "Schout, bij die zaak is haast." "Neen, zeg ik, dat weet ik beter, mijnheer de baljuw heeft mij gezegd, die zaak is pressant, en als hij dat te voren gezegd heeft, dan heb ik nog altijd goed vier weken gedacht en 'k ben altijd nog bij tijds gekomen." En zoo kwam 't ook ditmaal uit.

Dat wist ik niet." "Een mooien, hoor. Ik geloof zeker, dat er wel meer dan tweehonderd aanzitten," zei Jan. "Hoe weet je dat?" "Wel, toen we laatst den veldwachter zoo geplaagd hadden, ben ik bij den burgemeester nog even in den tuin gaan kijken, en zoo heb ik het gemerkt. Jongen, jongen, wat waren ze lekker; ik heb er drie opgepeuzeld." "Dus je weet er goed den weg, ?" vroeg Dik. "Ja, waarom?"

Om één uur in den nacht kwam de veldwachter den nog steeds spelenden luitenant verbaliseeren wegens burengerucht. Den volgenden morgen kwam een regeerings-telegram. Hij was onverwachts overgeplaatst naar Amsterdam. Dienzelfden morgen kwamen de zes soldaten weer, om de piano terug te brengen naar het naburige dorp. Toen zij binnen kwamen speelde de luitenant: »Einzug der Gladiatoren«.

't Is een schandaal, zooals die kwade bengels hebben huisgehouden, en daar jij het niet gemerkt hebt, zal ik een veldwachter zien te krijgen, die wèl opmerkt, wat er voorvalt. 't Spijt me voor jou, maar...."

Het tooneel, dat burgemeester en veldwachter een minuut of tien later te zien kregen, toen ze de kamer binnentraden waar de luitenant zich bevond, was wel geschikt om hun, ieder op z'n eigen manier, aan het zooeven gehouden gesprek te herinneren. Tusschen het venster en den schoorsteen tegen den muur, in een grooten leuningstoel, zat de luitenant in volle uniform.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek