Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
"Gij schijnt er heden smaak in te vinden om mij zotheden te zeggen," antwoordde Botbergen, de borst opzettende: "doch ik denk er niet op te antwoorden." "Niet? Gij waart anders altijd beroemd wegens uw vlugge antwoorden.... met den mond namelijk.... Doch nu herken ik dien éénen passagier: het is Gerard Preys, en die andere is Leendert Leendertz: maar wie is die derde, die naast den veerman zit?"
"Dan spreek je mij straks van mijn zonden vrij. De pater zijn tol met een aflaat betaalt, Of hij wordt door Jan Carels niet overgehaald!" Daar roept hem een kook'ler, een geestige kwant: "Ei, spoedig! gij veerman! naar d' overkant!" "Mijn pontje is klaar," zegt de vroolijke gast: "Maar heb je nu al in de beurs getast?" "Mijn aapje is kaal en zijn baas is als hij!"
Gelukkig, daar kwamen zij iemand tegen. Dadelijk hielden zij de paarden in. "Kunt ge mij ook zeggen, goede vriend," vroeg de ridder, "of hier ergens een veerman woont?" "Wel zeker, Edele Heer, rijd maar door. Het eerste huis, waar u aankomt, is dat van den veerman. Ik ken hem heel goed, ziet u, want zijne moeder is de zuster ...." "Jawel, jawel," riep de ridder.
Zij wilden gaarne die rivier overtrekken, maar de veerman was weggegaan, terwijl hij zijn boot aan de overzijde van het water had achtergelaten, en daar het weer veel te ongunstig was om de rivier over te zwemmen, waren zij blijde, dat zij een schuilplaats konden vinden in de kleine hut van den veerman.
Maar het zou nog veel wonderlijker geweest zijn, als de jonge vrouw geen hulp in haar nood had gevonden. Het trof nu zoo, dat zij, die den heelen nacht geloopen had, langs den weg kwam, die naar het veer leidde, juist toen de kavaliers van land wilden stooten. En zij bleven staan en zagen naar haar, terwijl zij met den veerman sprak en hij zijn boot losmaakte.
De slaperige veerman, dien zij wakker geroepen hebben, is nog niet te voorschijn gekomen uit zijn deur, of zij hebben, dringend en schikkend, hun plaats al gewonnen op den bamboehorden-vloer, die over twee tot prauwenfatsoen uitgeholde boomstammen is vastgemaakt. En de pont is nog niet halverwege den stroom, of een nieuwe menigte is al weer saamgeloopen aan den voet der oeverhelling.
En te gelijker tijd kregen ze 't voornemen te blijven zitten en te drinken zoolang ... o, altijd voort, tot ze rollen zouden of zien rollen. Er was een blijde dingen gebeurd, z'en wisten niet goed meer wat maar dat moest gevierd, begoten worden met bier, zoolang of dat er de veerman in den kelder had.
"Welaan dan: zoo zingt gij een deuntje voor mij. De meistreel zijn tol met een liedje betaalt, Of hij wordt door Jan Carels niet overgehaald." Daar roept hem een meisje, een bloem in de hand: "Ei spoedig: gij veerman! naar d' overkant!" "Mijn pontje is klaar," zegt de vroolijke gast: "Maar heb je nu al in de beurs getast?" "Och, veerman, zoo waar, 'k heb geen penning bij mij."
De schuit slierde stil over den blauwen stroom en Verlinde stond recht en keek over de klare waterbaan tusschen de groene oevers, waar gedoken in 't lisch, de eenden duikelden in de koelte. Tot in 't weerkeeren, boer, en de goe reize! en terwijl de veerman over de waterstraat weer naar zijn huis slierde, steeg Verlinde haastig de steenen trappen op.
Kort en goed, toen wij ons nu op de pont bevonden was ik weinig op mijn gemak. De oude veerman zat op den rand en rookte. Met aandacht nam hij ons op en knikte veelbeteekenend tegen zijn jonge helpers. Ik was zóó gaan staan, dat ik Suef in het oog hield.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek