Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


"Dan blijf je maar, vriendje, aan de overzij; Want wie aan Jan Carels geen tol betaalt, Die wordt met zijn pontje niet overgehaald."

'k moar 'n hortjen tied!" "Bim Bam! Bim Bam!" Vrouw Carels opent eindelijk de deur; zij heeft haar tijd noodig, als zij de mis niet verzuimen wil. Ontzet treedt zij terug, wanneer zij binnenkomend de treurige groep ontwaart; en met medelijdende stem zegt ze: "Och erm! is ze uut den tied? Och erm! doar zul-de ôk weet af hebben, jeungske. 't Was krek 'n moeder veur oe, niewoar?" "Bim Bam!

"Welaan dan: zoo doe hij drie sprongen voor mij; De kook'ler zijn tol met een kunstje betaalt, Of hij wordt door Jan Carels niet overgehaald!" Daar roept hem een meistreel, de veêl in de hand: "Ei spoedig! gij veerman! naar d' overkant!" "Mijn pontje is klaar," zegt de vroolijke gast: "Maar heb je nu al in de beurs getast?" "De meistreel is arm, geloof mij vrij."

"Welaan dan: zoo zingt gij een deuntje voor mij. De meistreel zijn tol met een liedje betaalt, Of hij wordt door Jan Carels niet overgehaald." Daar roept hem een meisje, een bloem in de hand: "Ei spoedig: gij veerman! naar d' overkant!" "Mijn pontje is klaar," zegt de vroolijke gast: "Maar heb je nu al in de beurs getast?" "Och, veerman, zoo waar, 'k heb geen penning bij mij."

"Zoo schenk mij uw bloem en een kusje daarbij." Het meisje haar tol met een kusje betaalt, Of zij wordt door Jan Carels niet overgehaald." Daar roept hem een Heer, rijk in goed en in land: "Ei spoedig! gij veerman! naar d' overkant!" "Mijn pontje is klaar," zegt de vroolijke gast: "Maar heb je nu al in de beurs getast?" "Neen lomperd, van veergeld is de adeldom vrij."

Bim Bam!" Vrouw Carels verzuimt de mis. "Sakkerloot! wat is het koud vandaag, ik kan mijn vingers maar niet warm krijgen, en die miserabele kachel wil niet trekken; 'k geloof, dat de wind op den schoorsteen staat."

Als ik maar niet zoo moe en zoo zwak was!" "Dokter, wat zeg-de er van?" vroeg de kasteleinsche op een avond, toen de geneesheer, die vrouw Keetje bezocht had, weer in zijn rijtuig stapte. "'t Is een langzaam heengaan, vrouw Carels." "Och erm!" Dienzelfden nacht bleef het licht veel langer dan gewoonlijk branden in de bovenkamer van de herberg.

"Dan spreek je mij straks van mijn zonden vrij. De pater zijn tol met een aflaat betaalt, Of hij wordt door Jan Carels niet overgehaald!" Daar roept hem een kook'ler, een geestige kwant: "Ei, spoedig! gij veerman! naar d' overkant!" "Mijn pontje is klaar," zegt de vroolijke gast: "Maar heb je nu al in de beurs getast?" "Mijn aapje is kaal en zijn baas is als hij!"

Jan Carels zit aan het Lekkerveer En vaart met zijn pontje al heen en weer: En wie aan Jan Carels geen tol betaalt, Hij wordt met zijn pontje niet overgehaald. Daar roept hem een monnik, een man van verstand: "Ei spoedig! gij veerman! naar d' overkant!" "Mijn pontje is klaar," zegt de vroolijke gast: "Maar heb je nu al in de beurs getast?" "De monniken dragen geen beurs op zij."

Eindelijk verscheen vrouw Carels en vroeg van binnen: "Wie is doar?" "Ik ben het; Dorus!" Zij opende de deur met een licht in de hand. "O! zij-de gij 't; kom der in. 't Is goed, ge der zijt; ze is zoo miseroabel benauwd gewêst; 'k geloof nooit, ze 't lange mêr moaken zal; 'k ben blied, ge der bint, want 'k bin zelfs niet als te fiksch en kost toch niet sloapen goan, veur..."

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek