United States or Indonesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar het andere herkenningsteeken? Kent gij dat ook? Ik had helaas geen aanleiding om te vermoeden, welk woord het zou zijn. Op eens dacht ik aan den veerman te Ostromdscha, en hoe die zich bij den ouden Mubarek legitimeeren moest. 'Bir Syrdasch' een vertrouwde had hij voor de deur moeten roepen. Zou dat ook hier het teeken zijn?

Ze hadden ruzie met den veerman, dien zij zweepslagen gaven in plaats van zijn geld. Toen Manach mij voorbij reed, dreigde hij ook mij. Waarom? Omdat hij mij haat. Hij had den hoofdelijken omslag der Christenen te innen en vorderde van mij het tien- en twaalfvoud van wat ik schuldig was, en dat wilde ik niet meer betalen. Anderen ging het evenzoo, en wij overlegden en klaagden hem aan.

En daarom keek hij dus naar een veerman om en ontdekte al spoedig een visscher, die aanbood zijne driehonderd geiten op den anderen oever te brengen. Hij stapte in zijne boot, nam een geit mee en bracht haar naar de overzij. Hierop kwam hij terug, nam weer eene geit en bracht haar ook over.

De roeiers van Suef's schuit hadden zich in den aanvang wel door den stroom laten meesleepen, maar ook zij hadden alle krachten ingespannen en naderden al meer en meer de lijn, waarop de praam, aan het ankertouw verbonden, zich bewoog. Reeds kon men Suef en zijn helpers duidelijk onderscheiden. De oude veerman volgde met een zaakkundigen blik den gang der schuit.

"Zoo!" hervatte de veerman, wiens gelaat op dit bericht betrok; "nu ja! maôr ik weet niet of het zich wel schikken zal.... Patientie! wij zullen zien. Haalt aan, jongens! haalt aan!" Aan de overzijde aan wal gestapt en den dijk opgewandeld zijnde, zag Joan in de laagte een soort van huifkar staan, met twee kloeke paarden bespannen, welke een jonge vrouw vasthield.

Toen de moeder van Minokichi stierf, waren haar laatste woorden nog een lofrede op Yuki, en die lofrede werd herhaald door een groot aantal der landlieden in den omtrek. Op zekeren avond, terwijl Yuki bezig was te naaien, en het licht van een papieren lantaarn op haar gelaat viel, bracht Minokichi de merkwaardige ervaring ter sprake, die hij had opgedaan in de hut van den veerman.

Hij wilde in zijn toorn zeggen, dat de kleermaker, dat onkruid, uitgeroeid moest worden en het ons, zoodra Allah het wilde, gelukken zou. Daar, waar de veerschuit, dat wil zeggen de praam, op den rechter oever was geland, stond de oude veerman met zijn drie helpers.

Doch die weifeling duurde maar een oogenblik, want Heer Gijsbrecht trad op hem toe en zeide: "Hijsch het zeil, veerman, en waag het niet, mij aan mijne vijanden over te leveren, want die daad zoudt ge niet overleven!" En de veerman begreep, dat deze taal ernst was. "Ik kan niet terugkeeren, Edele Heer!" riep hij Vianen toe. "Ik word gedwongen, om verder te gaan."

Toen de veerman eenige uren later naar zijne woning terugkeerde, had hij alle reden om tevreden te zijn. De ridder had zich nog milder betoond, dan hij verwacht had. En de ridder? Vol dankbaarheid over zijne redding uit een zoo groot gevaar, zette hij met zijn trouwen dienaar de reis met den grootsten spoed voort, want hij was zeer bekommerd over den toestand, waarin zijne gemalin verkeerde.