Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Zij hebben geen medelijden voor haar gehad, omdat zij een onbuigbare Vlaming gebaard heeft; maar nu zal ik geen medelijden met hen hebben, en ik zal terzelfder tijd mijn bloed en het Vaderland wreken." "Geven wij lijfsgenade, Meester? Vangen wij iemand?" "Ramp moet ik hebben, indien ik iemand vang of het leven schenk! Geven zij lijfsgenade?
Ik ben thans vrij wel van mijne vermoeienissen uitgerust, en vang dus vol moed de reis aan. De weg voert nog steeds over Planada, met aan weerskanten dichte struikgewassen en boomen van allerlei soort.
Ik vang baars, brasem, snoek, karpel en paling... Ik weet ze zitten, ik ken de beestjes, ik weet wat ze gaarne eten. Ik heb het leven van de visschen bestudeerd!... Ik ook, zei Snepvangers, die niet wou onderdoen in kennis, ik heb ze bestudeerd in het aquarium van de Zoologie. Waar? In het aq... wat?
"Begin nu alsjeblieft niet met je sproeiwoede," zei Nel, toen Door haar waschkom vol schonk, ''dan wordt Leni stellig wakker." "'k Vang dan anders twee vliegen in één klap," zei Door lachend. "Hoe zoo?" "Wel, ik krijg de volle laag en jij bent wel tevreden met de druppeltjes, die mij voorbij vliegen; op die manier zijn we gauw klaar."
Denk ik, die mij gemaal noemt, als mijn vrouw, Dan rilt mijn ziele; doch haar schoone zuster, Onwederstaanbaar door bevalligheid, Betoov'rend door haar wezen en gesprek, Deed mij schier ontrouw plegen aan mijzelf. Dus, eer ik me in mijn eigen strikken vang, Sluit ik mijn oor voor haar Sirenenzang. ANGELO. Antipholus! ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Ja, ja, dat is mijn naam.
Daar Uilenspiegel niet ophield met grijpen en springen, pakte Klaas hem ruw bij den schouder. Vang het beestje, sprak hij, doe het voor u zingen, maar ik zal u ook in eene kooi steken, met kloeke ijzeren staven gesloten en ik zal ook u doen zingen. Gij, die zoo geerne loopt, wordt opgesloten; in de schaduw gestoken als gij koude hebt, in den zonneschijn als gij het warm hebt.
'k Vang van ver den horenschal, 'k Hoor de vlugge brakken bassen, Die in 't boschrijk heuveldal 't Opgeschrikte wild verrasschen. Somtijds dwaal ik, voet voor voet, Langs de bonte meidoornhagen, Door twee oogjens gâgeslagen, De Oosterpoorte te gemoet, Waar de zon, in purpergloed Tusschen bontgekleurde wolken, Opvaart uit de glazen kolken.
Het zakte aanmerkelijk en er was een groote ruimte gekomen tusschen het water en het bovenste gedeelte van de gaanderij. Vang eenige ratten, dan kunnen wij ze opeten, riep Carrory. Maar om de ratten te vangen, moest men vlugger zijn dan ik thans was.
De duizeligheid, die geen invloed op hem kon oefenen, blies hem de giftige uitwasemingen in het gezicht, opdat hij verward en bedwelmd zou worden, en beneden in de zwarte, gapende diepte op de voortstroomende wateren zat de ijsjonkvrouw zelve met haar lange, witachtig groene haren en staarde hem aan met oogen als twee buksloopen. «Nu vang ik u!»
'n Mensch moet niet alles aan 't klokzeel hangen, mijn vrouw eet gaarne visch en ik vang hem gaarne... daarom kochten wij grond en water... Maar zwijgen, Snepvangers. Ja Sander, en Snepvangers droomde van de verborgen genoegens van den kousenvent. Ik speek gaarne, maar ik visch nog liever! Dat geloof ik. 't Is een oud Scheldewiel, en diep, och zoo diep!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek