Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


De proost ging tot Pompilius, die meer dood dan levend aan het klokzeel bengelde. Houd op met luiden, sprak hij, en luister. Wilt gij vijftien dukaten verdienen? Zondag zult gij Sint-Maarten in de processie verbeelden.

Toen Geerten terug aan de ponton verscheen, waar gedienstige tongen reeds alles aan het klokzeel gehangen hadden, werd hij begroet als de "Vijg", iets waaraan hij zich niet stoorde, en, om het te toonen, ging hij met Franske en de anderen om zooals vroeger. Lowis mocht tevreden zijn over Geerten, want stipt volgde hij haren raad: 't was maar om de klanten niet te verliezen ...

'n Mensch moet niet alles aan 't klokzeel hangen, mijn vrouw eet gaarne visch en ik vang hem gaarne... daarom kochten wij grond en water... Maar zwijgen, Snepvangers. Ja Sander, en Snepvangers droomde van de verborgen genoegens van den kousenvent. Ik speek gaarne, maar ik visch nog liever! Dat geloof ik. 't Is een oud Scheldewiel, en diep, och zoo diep!

"'t Duurt ni lank genoeg!" zei Pallieter, en hij greep het klokzeel in de gang en begon er zoo heftig aan te trekken dat de klok in het torentje bijna geen tijd had om omhoog en omleeg te gaan, en de machtige galm bolde gonzend over de wijde morgenlanden. Hij trok maar, trok, alsof het tot aan 't uiteinde van de wereld moest gehoord worden.

Zich naar Uilenspiegel wendend, terwijl de bange Pompilius zich aan het klokzeel liet hangen, sprak hij: Nooit zal men tegen Zondag den heiligen-Martinus kunnen herstellen. Wat zullen de menschen zeggen en wat staat mij te doen? Heere, antwoordde Uilenspiegel, nood breekt wet: wij moeten tot een onschuldig bedrog onze toevlucht nemen.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek