Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


De zakdoeken werden heelemaal tegen de deuren gedrukt. Hierdoor vingen ze al bijzonder weinig. "Wacht," riep Douwes, "ik ga midden over de sluisdeuren hangen, dan vang ik zeker. Maar d

"O 't is gemakkelijk aanmerkingen op een schallebijter te maken, die je niet toebehoort. Ik ben er mede tevreden; hij is groot genoeg voor mij." "O, er zijn schallebijters genoeg. Ik kan er wel duizend krijgen, als ik wil." "Wel, waarom vang je ze dan niet? Omdat je verduiveld goed weet, dat je niet kunt. Dit is een bijzonder vroege schallebijter: het is de eerste, dien ik dit jaar gezien heb."

"Ga-je meê snoeken vangen?" "Ja, waar zijn ze?" "In de sloot, achter het huis." Welgemoed ging het tweetal op weg. Ze liepen den tuin door en kwamen aan eene sloot, die ongeveer 2 meter breed was. "Hier zijn ze," zei Dik, op het water wijzende. "Geef me eene hand." "Ik niet. Vang jij ze maar, dan zal ik er op passen." "Goed. Daar ga ik." Dik zette één been vooruit, en stapte pardoes te water.

"Als ik het jong vang, breng ik het naar Cincinnatie en laat het bij grootmoeder Belcher," antwoordde Loker.

"Doe dien armen walvisch toch vooral niet te veel pijn!" riep kleine Jack. "Neen, mijn jongen!" antwoordde kapitein Hull. "Vang hem heel zachtjes, mijnheer." "Ja.... met handschoenen, Jack!" "Somtijds," merkte neef Benedictus aan, "vindt men vrij zeldzame insecten op den rug van die groote zoogdieren!"

Met de rechterhand, welke hij nog vrij had, tastte hij in de borst, greep den kogel, die aldaar verborgen was en smeet hem, onder het uiten van den kreet: "vang!" met zooveel behendige wisheid over 't water, dat de kogel juist voor de voeten van Berkheij in 't schuitje viel. Op 't zelfde oogenblik waren de Spanjaards toegeschoten en de arme knaap door een zestal handen aangepakt.

Mijn kind leed erger smaad dan Philomela, En erger zij mijn wraak dan Procne's wraak. En nu, hier met uw kelen! Kom, Lavinia; Vang gij dit bloed nu op, en als zij dood zijn, Wil ik hun beend'ren malen tot fijn stof, Het mengen met dit walg'lijk nat, en dan Laat ik hun hoofden bakken in dat deeg.

Relt ge de belle, Wekkert een vlucht Klinkende schellen Wakker de lucht, Woelt er een stoutvlerk, Hemelgenoot, Al het schoon goudwerk Open en bloot. Zilveren schalen Storten in 't land; 't Regent koralen, 't Regent briljant. Waar is de muiter, Waar is de dief? Vang je, hoogfluiter, Gouden gerief? Bonte trompetter, Boven den tijd Wekt uw geschetter Werelden wijd!

Na deze zoo ik hoop geruststellende inleiding, vang ik aan. Ik heb mij meermalen afgevraagd, welken zin de Regeering, wanneer zij in onderscheidene officiëele stukken, Amsterdam de "hoofdstad" noemt, wel aan dit laatste woord zoude hechten.

De ooievaar brengt ze, de heilige vogel, die volgens zijn naam zelf "met geluk komt", de heil-över, zooals hij in den Achterhoek heet. Hij haalt ze met zijn snavel uit den vijver, evenals op de weilanden de spartelende kikkertjes uit de slooten: Eibert, eibert, langebeen, Waarom is je poot zoo kleen? Waarom is je bek zoo lang? Omdat 'k altied kikkers vang.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek