United States or United Kingdom ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vermommingen welke het gezelschap had aangenomen, waren volgens de wenken van Tom Loker gekozen; Juffrouw Smith, eene fatsoenlijke vrouw uit het etablissement in Canada, waarheen zij vloden, die gelukkig het meer wilde oversteken om daarheen terug te keeren, had bewilligd om zich als tante van den kleinen Harry voor te doen; en om deze aan haar te hechten, was hij de laatste twee dagen geheel bij haar gelaten, in welken tijd een overvloed van liefkoozingen, bij een onbeperkte toelaag van kruidkoekjes en kandijklontjes gevoegd, reeds eene zeer nauwe gehechtheid bij den jongeheer had doen ontstaan.

Negers zijn veel te laf." "Ik weet niet waarom ik mijne huid niet zou sparen," antwoordde Marks. "Het is het beste wat ik heb, en negers vechten somtijds als duivels." Op dit oogenblik verscheen George op den top der rots boven hen en zeide met eene heldere en vaste stem: "Heeren, wie zijt gij daar beneden en wat zoekt gij hier?" "Wij zoeken een troep weggeloopen negers," antwoordde Tom Loker.

Daar was Tom Loker, mijn oude compagnon in Natchez; hij was een knappe kerel, dat was Tom, maar een duivel voor de negers om reden was hij dat, ziet ge, want hij had zulk een goed hart als iemand, die ooit brood gebroken heeft; het was zijn systeem, Mijnheer.

Tom Loker lieten wij kermende en woelende in een voorbeeldig zindelijk kwaker-bed, onder de moederlijke zorgen van Tante Dorcas, die in hem zulk een handelbaar patiënt vond als een zieke bison zou wezen.

Ik had Shelby achthonderd of duizend voor haar willen geven, en zou nog goede winst hebben gemaakt." "Blank, mooi en goed opgebracht?" herhaalde Marks met levendige begeerte in al zijne scherpe trekken. "Kijk eens aan, Loker, welk een heerlijk kansje!

Het is mij maar om den jongen te doen. Ik ben een gek geweest dat ik den aap gekocht heb." "Gij zijt doorgaans een gek," bromde Tom. "Stil toch, Loker," duwde Marks hem toe. "Mijnheer Haley wil ons immers een goed karweitje aan de hand doen. Zeg eens, hoe ziet die meid er uit, en wat is zij?" "Wel, blank en mooi, en goed opgebracht.

"Hier is haar doek, dien zij in haar haast op bed heeft laten liggen en haar hoed ook." "Dat is gelukkig," zeide Loker. "Geef maar hier." "Maar de honden zouden de meid kunnen beschadigen, als zij haar onverwacht pakten," zeide Haley. "Dat is eene bedenking," zeide Marks. "Onze honden hebben daar in Mobile eens een kerel half in stukken gescheurd eer wij hen konden terug roepen."

Ik geloof dat ik het wel klaren zou, al keken de rechters wat nauwer dan zij doen. Somtijds wenschte ik haast dat zij wat nauwer keken; het zou veel aardiger en prettiger zijn, als zij dat deden, weet ge!" Tom Loker die, gelijk reeds gebleken is, langzaam in zijn denken en doen was, stoorde hier Marks door zijne zware vuist op de tafel te laten vallen, zoodat er alles op rinkelde.

"Ik doe het," zeide hij. "Gij behoeft de glazen daarom niet te breken," zeide Marks. "Bewaar uwe vuist maar voor tijd van nood." "Maar, Heeren, zal ik dan ook geen aandeel hebben in de winst?" vroeg Haley nu. "Is het niet genoeg, dat wij den jongen voor u vangen?" antwoordde Loker. "Wat wilt gij anders?" "Wel," zeide Haley, "dat ik u het kansje aan de hand doe, is toch iets waard.

Toen het hem gegeven werd, nam hij het op en bekeek het met vergenoegde aandacht, gelijk iemand die denkt dat hij iets juist van pas heeft gedaan, en ging het toen met korte, bedachtzame teugjes uitdrinken. "Wel, wie zou zulk een geluk verwacht hebben! Hoe vaart gij, Loker?" zeide Haley naderkomende, en reikte den groven man zijne hand.