United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben dit voortdurend rondtrekken moede en heb mij voorgenomen, in de eerste plaats te helpen om het land schoon te maken, en in de tweede plaats mij hier te vestigen. Intussen volg ik geen andere aanvoerder dan Piet Uijs." »Mij schijnt het," zei Andries Viljoen, »alsof de voorspelling van oom Kasper Strijdom ten volle zal worden bewaarheid. Maar wat zegt Kommandant Uijs?

Ook Stoffel was het aan te zien dat hij met vreugde zijn broeder terugzag. »Maar Frans," zei hij, »als je zo voortgaat, zal ik eer door jou dan door paardrijden uit elkaar geschud worden. Ik ben blij je nog zo opgeruimd te zien." Frans liet de hand van zijn broeder los, om die van Uijs te grijpen, uitroepende: »Welkom, neef Pieter!

Potgieter was niet in ons lager toen wij besloten je een rapport over het gebeurde te zenden, en je te vragen ons te hulp te komen. Hij was verbitterd toen hij dit hoorde, en liet zich ontvallen: »Waarom Uijs niet achter de bergen gelaten, waar hij verkozen heeft te blijven? Nu wij eenmaal de spits hebben afgebeten, behoren wij zonder hem klaar te kunnen komen."

Gij allen zult het u te binnen kunnen brengen, hoe ik, ook gij, Kommandant Uijs! en anderen hadden gemeend, dat wij ons in de onderlinge twisten der zwarte naties niet behoorden te mengen; doch het geschiedde, en het is voorbij.

Ook het lager was ontwaakt, en de meeste mannen, met Kasper Strijdom aan het hoofd, waren op het kamp toegetreden. Uijs had reeds de order gegeven: »Roep de brandwachten in. Maak het ontbijt gereed. Verzamel de paarden. Wij moeten hedenavond aan de overzijde van het Quathlamba gebergte ons kamp opslaan." »Wel, neef Pieter," zei Strijdom, »je maakt je gereed om verder te gaan.

»Ge zijt, ons, zoals altoos, welkom, oom Sarel," antwoordde Uijs, »hoewel het misschien beter ware geweest, indien ik met de mannen van mijn trek deze zaak geheel onder elkander had kunnen bespreken. Voor ge binnen kwaamt, werd me een vraag gedaan.

Beslist en fier richtte Piet Uijs het hoofd op, dat hij, naar Dirk luisterende, gebogen had gehouden, en er straalde een levendige bezieling uit zijn oog. »Het is goed, Dirkie," zei hij. »Ga dadelik naar de Veldkornetten, en zeg dat ze zonder verzuim vijf en twintig man moeten aanzeggen, om op te zadelen en bij de lagerpoort te komen.

Het had de teerhartige, edelmoedige Uijs reeds half berouwd, dat hij in enigszins harde bewoordingen uitdrukking aan zijn verontwaardiging had gegeven; tans kreeg een gevoel van eerbied voor de grijze haren van de oude man, van medelijden met zijn zwakheid bij hem geheel de overhand, en hij zei op vriendelike toon: »Oom Kasper, ik was van avond bitter teleurgesteld, toen ik u en uw mannen hier aantrof, en gaf aan die teleurstelling in haastige woorden lucht.

En de daad bij het woord voegende, steeg hij van zijn wagen af, nam zijn wapenrusting, en ging in zijn tent. Weer naar buiten getreden zijnde, richtte hij zijn schreden naar de lagerpoort, waar hij onder de groep mannen die er gebleven waren, zijn broeder en Piet Uijs bemerkte.

Bij het derde hanegekraai was het gehele lager in de weer. De paarden werden gezadeld, de kampbenodigdheden op de weinige wagens geladen, de orde van de tocht geregeld. Piet Uijs had zich met zijn zoon verwijderd, en onder de takken van een grote wilde olijfboom neergeknield, de hand van Dirk in de zijne gekluisterd, had hij in zijn morgengebed zijn hart uitgestort voor God.