Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Thijl, sprak Lamme, gaat ge mij, voor dat meisje, in mijne kar alleen laten? Gij antwoordt niet en denkt aan het woud, waar de Zeven niet zijn, en mijne vrouw evenmin. Help ze liever zoeken op dezen steenweg, waar de kar zoo gemakkelijk rijdt.
Zie, hadt gij heure handjes gezien, die tot streelen gemaaakt schenen, nooit hadt gij heur potten of pateelen laten aanraken. Het vuur van de keuken hadde heure hagelblanke tint verzengd. En die oogen! Ik moest ze maar bezien, en ik verging van liefde. Drink een slok wijn, Thijl, 'k zal na u drinken. Ha! waarom is zij niet dood!
Dan, Thijl, moet gij doen wat er hoeft. Groote rampen zweven over Vlaanderenland. Men zal u eene schouw toonen, gereedgemaakt en geveegd; daar zullen krammen voor uwe voeten zijn en, om te zitten, een berd, dat stevig vastgemaakt is. Als hij, die u binnen liet, u zegt in de schouw te kruipen, zult gij het doen, en gij zult daar stil wachten.
Eindelijk, uitgeteerd van verdriet en van smert, sprak zij op een avond: Klaas, mijn man! Thijl, mijn zoon! Dank, de Heere neemt mij tot zich! En zij blies den laatsten ademtocht uit. Katelijne dorst bij heur niet waken, daarom deden Uilenspiegel en Nele het getweeën, en heel den nacht baden zij voor de arme ziele. Bij de ochtendschemering vloog een zwaluw het open venster binnen.
En als er niet te werken was, ging Klaas op jacht: meer dan één beestje, te groot liefhebber van kool, werd door hem gedood en veranderd in hazepeper. Klaas zette zich toen gretig te eten, en Soetkin zag naar den eenzamen weg en zeide: Thijl, mijn zoon, riekt gij den lekkeren geur van de saus niet?... Ongetwijfeld heeft hij nu honger.
Het geld dat ik hem gaf, werd genomen van het arme, onwetende volk; dat hij het gebruike om Thijl op te voeden in de leering van God en zijn woord. Op die rede, gaf de bode aan Klaas den vredekus. En Klaas jammerde: Op het rad gestorven! mijn arme broeder! En zoo groot was zijn smert, dat hij niet tot bezinning kon komen.
Het volk ging voort met roepen en fluiten, de vrouwen en kinderen smeten nog steenen, toen plotseling heel de brandstapel ontgloeide, en allen, te midden van rook en van vlammen, Klaas hoorden zuchten: Soetkin! Thijl! En zijn hoofd viel op zijne borst alsof het van lood was. En uit Katelijne's woning kwam een schellen, hertverscheurenden kreet.
Op zekeren nacht zei Nele tot Uilenspiegel: Zie hoe talrijk zij zijn in Beveland, en hoe hoog zij zweven in de lucht: langs den kant van de vogeleilanden zie ik er het meest. Wilt gij medekomen, Thijl? wij zullen ons strijken met de zalve, welke dingen toont, die onzichtbaar zijn voor de oogen der stervelingen.
Zalig van geluk, hield hij ze vast, zonder van heur te kunnen scheiden, totdat zij, moede en als waanzinnig, op eenen stoel nederviel; en zonder verlegenheid zeide zij: Thijl! Thijl! mijn geliefde, ge zijt dus terug! Lamme stond nog steeds nabij de deur; toen Nele's aandoening een weinig gestild was, bemerkte zij hem en sprak zij: Waar heb ik dien dikzak nog gezien?
Maar ik verzeker u dat zij ons ziet. Thijl! Thijl! zie, de hond werpt zich op heur en smijt ze ten gronde, om het roode vlaggetje te hebben. En zij valt met een smertvollen kreet. En eensklaps vloog Lamme er naar toe, zeggende: Mijne vrouw, mijne vrouw! Waar hebt gij zeer, mijne liefste? Waarom berst gij in eenen schaterlach uit? Uw oogen staan verwilderd in uw hoofd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek