Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Hij vond de vrouw des hoveniers op den dorpel harer deur en zeide haar: "Peternelle, ik ga naar Hasselt, en verder nog, indien het moet zijn. Ik wil weten, of er geen hoegenaamd middel bestaat, om mijnen oom te genezen of ten minste zijn leven te verlengen. Denk eens, hij wil, dat ik onmiddellijk trouwe met mijne nicht!" "Met Theresia De Wit?" kreet Peternelle verschrikt.
Willem Reimond... en Theresia De Wit." "Theresia De Wit?" kreet de vrouw met verrassing. "Ja, onze vijandin, maar wat belet mij, haren brief onderweg te verliezen of in den turfput te smijten?" "Foei, Jakob, heb zulke gedachten niet. Uwen meester zoo verraderlijk bedriegen!" "Ik zeg het om te lachen, Peternelle. God weet, waar Theresia De Wit gevaren is.
Er is daar, in het Gulden Paard, goede herberg bij brave, godvreezende lieden. Jakob Mispels zal u vergezellen. Ik zal hem een briefje medegeven voor den pastoor; deze goede priester zal over u waken en u zeggen wat gij te doen hebt. Gaat nu, mijne vrienden, en blijft helder van gemoed en gerust van hart tot morgen." De beide jongelieden verlieten zwijgend de zaal. Willem zuchtte, Theresia weende.
Voor Theresia De Wit, die ons heeft willen doen wegjagen? Wel ja!" "Wat schuld heeft deze Theresia daaraan? Zij was nog een onnoozel kind, toen het gebeurde." "Het is mij gelijk: ik verroer geenen vinger voor die kale steedsche juffer. Meent zij hier de meesteresse te komen spelen? Wij erven zoowel als zij. Wil zij knechts vinden, zij zoeke ze elders."
Zonder overdenken en gansch verdwaald, antwoordde Theresia: "Acht uren." Eene uitdrukking van gramschap kwam het berimpeld gelaat van het oude wijf betrekken, en zij riep als met booze spotternij: "Zoo, gij zijt ook van die, welke de oude, grijze menschen voor den zot houden! Gij doet niet wel, dochter, met na de negen uren langs deze baan te gaan. Gij weet niet wat u kan overkomen!"
Dit zeggende, klopte zij driemaal op den rechterschouder van Theresia en ging haren weg Onder de aanraking van het oude wijf werd het ontstelde meisje ijskoud: zij voelde eene onbegrijpelijke huivering over haar lichaam rijzen en haar hart als tusschen eenen band klemmen.
De priester vertraagde zijnen stap, om den boer en de meid te laten vooruitgaan; en dewijl de juffer zijn inzicht merkte, bleef zij aan zijne zijde. "Mijn voorgevoel had mij dus niet bedrogen," zeide hij. "Uwe moeder was de zuster van mijnheer Reimonds echtgenoote, en gij heet Theresia De Wit?" "Ja, mijnheer pastoor, hoe kunt gij toch dit alles zoo nauwkeurig weten!"
"Neen, het is geene begoocheling; mijne zinnen zijn niet ontschikt. Zouden er waarlijk vreeselijke dingen op Wildenborg gebeuren? Die vrouw, een schijn, eene valsche gedaante?" Op dit oogenblik trad Theresia De Wit in de kamer.
Het middelpunt van de processies en de gebeden is de Gnadenkapelle, een gothisch gebouwtje, waarvan de kolommen zonder twijfel vroeger, behalve aan den voorgevel, door wanden van echt marmer verbonden waren. Over den voorgevel loopt een traliewerk van zilver, een gift van keizer Frans den Eerste van Lotharingen en zijn vrouw Maria Theresia.
Mijnheer Reimond wist de voorvallen wel zonder begoocheling te beschouwen, wanneer het zijne eigene grillen niet gold. De arme jongen had diensvolgens zijn doel niet bereikt. Zijn oom liet hem den tijd niet om daaraan te twijfelen, dewijl hij nu zeide: "Gij moet trouwen met Theresia De Wit. De geest van het doodshoofd heeft het bevolen: zijne uitspraak is een onherroepelijk vonnis."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek