Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
"De man is suf," fluisterde baas Tink, den ouden dooven burgemeester toe, naast wien hij als wethouder der gemeente in een der hooge banken gezeten was. "Wa.... blief?" vraagde de burgervader. "Dat meester geen slag van lezen meer heeft," hernam de smid iets harder: "'t is akelig hakkelwerk, heel anders dan Willem, de vorige Zondagen!"
Vorst Ien is niet gesteld op zulke oude lieden, die zijn hof suf zouden maken! De oude Kin-Fo kan nergens rust vinden en zwerft tot den jongsten dag rond." De menigte juichte en de zanger verkocht honderden exemplaren van het treurlied tegen drie sapeken het stuk. Waarom zou Kin-Fo er zelf geen koopen?
Suf keek ze op naar de lucht. Grauw, bijna zwart, 'n dreigende diepte. 'n Peilloos, wanhopig zwart. In de huizen was licht gekomen. Gele, stralende vakken in den nacht. 'n Beweging van donkere schimmen. Ze zag ook d
Wat was er toch? Dat hebt gij toch gezien en gehoord. Men heeft ge ge geschoten! Ik greep hem bij zijn schouder en schudde hem. Man, kom toch tot bezinning. Gij zijt suf van den angst! Wilde men mij dooden? Neen, mij. Ik dacht, omdat omdat ik u geholpen had, wilde men mij doodschieten. Neen, uw lieve leven werd niet bedreigd, maar het mijne.
Zij had dien nacht een paar rijke insectennesten ontdekt en geweldig gegeten; haar "fraai rond lijfje" sleepte over 't gras, toen zij meer kruipend dan hippend naar haar ingang ging, en haar eenige wensch scheen te zijn suf haar hol binnen te tuimelen en te gaan slapen. Maar helaas! zij kon er niet in. Ze had eindelijk de grens overschreden.
Met een sikkel, die aan een langen stok bevestigd is, kun-je ze gemakkelijk uit het water op het ijs wippen. Dat vereischt alleen maar wat behendigheid." "Zwemmen ze dan niet weg?" vroeg Karel. "Neen jongens," zei Dik. "Of het van de koû komt, of van wat anders, dat weet ik niet, maar zij zijn bij sterk ijs min of meer suf. Je kunt ze dan vrij gemakkelijk vangen."
»Zijt gij dan nog op mij verstoord, dat gij mij geen woordje tot welkomst wilt zeggen?" vroeg hij op een toon van gekrenkt gevoel. »Neemt gij het mij dan zoo kwalijk, dat ik fortuin heb gemaakt door de industrie en niet door de kunst?" »Och, wat gaat mij de kunst aan!" riep nu Verburg knorrig, »maar ik ben suf van verbazing, begrijpt gij dat dan niet!
De dag schreide zijn weening uit over de huizen, die omhangen met hun bonte opschik, suf dommelden en krachteloos, gelijk menschen in slaap gevallen in hun mooi pak; en midden op het plein daar rees een gevaarte van bontheid, daar begonnen in de hoogte de kleuren te schreeuwen en te vloeken tegen de teêrheid van den morgen; dof en onsamenhangend bromden de kleuren, als het razen van een troep bedronkenen, die in hun roes hardop droomen.
Hij wou zich niet eens uitkleeden, ’k heb gauw een vigelant laten halen en hem een van de knechts meêgegeven, om zeker te zijn dat hij goed thuis kwam.” „Zei hij nog wat Hostein?” „Niets, Mevrouw! geen woord, hij was compleet suf.” „Ik ga morgen dadelijk eens naar hem kijken, Schröder.”
Ik zou het niet kunnen uithouden." "Ik kon het niet," zucht de predikant. "Zulk een predikant denkt," gaat Gösta peinzend voort, "dat hij rijk wil worden, buitengewoon rijk! Geen arme kan het kwaad bestrijden. En dan moet hij sparen." "Als hij niet spaarde, zou hij gaan drinken," gaat de predikant voort. "Hij ziet zooveel ellende." "Of suf en lui worden en alle kracht verliezen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek