Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 november 2025
Grijpt hem! Brengt hem hier! De dienstknechten keken elkaar bedenkelijk aan. Zij waren bang voor den Hadschi. Een echter bewees dat hij durfde. Dat was Suef, de kleermaker. Hij haalde een pistool uit zijn zak, terwijl wij vroeger zoo'n wapen niet bij hem hadden opgemerkt, en hij trad toe, tot Bejaz zeggende: Doe uw plicht! Als hij zijn pistool opheft, schiet ik hem neer!
Ik vermoedde dat Suef mijn doel had doorzien en met de schuit eerder hoopte aan te komen dan wij dit met de praam zouden kunnen. Als hij dan vlug te paard steeg, kon hij in vollen galop rijdende, ons nog uit het gezicht komen. Aan de sporen, die hij zou achterlaten, dacht hij niet. Intusschen kwamen ook Halef en Osko ijlings naar mij toe. Sihdi, de schurk vaart met een schuit over, meldde Halef.
Hij wil den waard zeggen hem niet Suef, maar Afrit te noemen. Dat geloof ik ook. Maar dan had hij onzen waard te Sbiganzy ook van te voren moeten waarschuwen. Misschien is hij daar onder den naam Afrit bekend. Het kán zijn, maar ik geloof het niet.
Deze rechte lijn loopt dus van Edreneh over Menelik naar Skutari, en op die lijn moet, tusschen de uiterste punten Karanirwan Khan liggen. Dat is voor mij zoo zeker, alsof ik het al zag liggen. Voor de vierde maal hoorde ik Suef zijn 'Sheitan' zachtjes sissen. De pseudo-kleermaker scheen zich deze vervloeking dus aangewend te hebben. Ik deed echter, alsof ik hem niet gehoord had.
Dit zou mij gevaarlijk hebben kunnen worden, maar Halef met zijn onverstoorbare tegenwoordigheid van geest, knielde reeds naast mij en had de hand met het mes gegrepen. Osko, hier! riep hij. Op de bank met hem, zoodat hij geen vin meer kan verroeren! In minder dan geen tijd was Suef op de bank gebonden, zooals dat voor de bastonnade noodig was. Janik bracht mijn stoel, en ik zette mij.
De bloedhond is waarschijnlijk van plan geweest ons onderweg aan te klampen, en heeft toen uit zijn schuilplaats gezien, dat wij al een gids hadden. In allen geval sluipt hij nu achter ons aan. Het gezicht van den kleermaker helderde op. Hij had reden te over, om te denken dat hij doorzien was. Nu was hij zonder zorg, want ik geloofde immers dat die Suef achter mij was.
Hij bouwde een herberg, een Khan, en het laat zich dus zeer goed begrijpen, dat het huis, naar den eigenaar Karanirwan Khan genoemd werd en nog heden zoo heet. Scheitan, duivel! siste het wederom vanwaar Suef zich bevond. Murad Habulam wischte zich het zweet van het voorhoofd en zuchtte: Verwonderlijk, hoe gij uit een enkelen naam terstond een heele historie opbouwt!
Hier hebt gij het, zeide ik. Maar pas op, want ik heb het nog noodig. Hij nam het papier en bekeek het. Ik zag, dat hij verbleekte. Tegelijk hoorde ik een zacht, maar beteekenisvol keelgeschraap van Halef. Er was iets, waarop hij mijn aandacht wilde vestigen. Zonder eenig merkbare beweging keek ik naar zijn kant en hij wenkte mij, dat ik op Suef moest letten.
Ik blijf echter nog een oogenblik achter, maar kom u dadelijk achterop. En nog iets, Halef! Houd uw geweer gereed. Wij kunnen nooit weten hoe wij het onverwachts noodig kunnen hebben. Den Miridiet neem ik alleen voor mijn rekening. Mocht gij echter dien Suef hier of daar zien, schiet hem dan terstond voor den grond. U kunt er op rekenen, Sihdi.
Murad Habulam en de zijnen stonden van schrik verstomd, onbeweeglijk en zonder geluid. Suef lag onder mij. Mijn knieën hield ik dwars op zijn schouders en zijn hoofd drukte ik achterover. Het afgeschoten pistool, dat gelukkig eenloops was, hield hij nog in de hand en in zijn rechter het mes.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek