Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 november 2025


De wondkoorts doet hem ijlen! Lafaard! schold schuimbekkend van woede Suef. Sihdi, vraag toch Humun ook, zeide Halef. En als die soms wil zwijgen, dan zal ik dien knaap, met een nieuwe twintig, wel eens van de tongriem snijden. Hij trad op den knecht toe, en nam hem bij den arm. Laat mij met rust, Hadschi van den Satan! Ik beken alles, alles! gilde Humun. Is het, zooals de Effendi zei?

Diens wenk scheen hem gerust te stellen, want hij vroeg: Wie is Suef? Uw vriend. Ik ken geen Suef. Nu, misschien zult gij hem wel kennen, als ik hem, zooals mijn plan is, vijftig slagen op zijn voetzolen laat geven waar gij bij staat. Gij hadt met uw makkers afgesproken, dat gij niet zoudt komen als ik dood was, maar van avond hen zoudt vinden, als de aanslag mislukt zou zijn.

Die kleine sperwer verstond het, zich met de veeren van een tortel te dekken. Misschien was hij wel die Suef, die mij 'leveren' moest. Maar dat was toch niet te denken, omdat de Kiaja hem kende en ook zijn naam. Of zouden misschien alleen de verbondenen hem 'Suef' noemen? Reisde hij soms als een arme kleermaker rond, om voor de bandieten te spionneeren? Ik moest geducht op hem passen.

Het paardespoor ging linksaf, terwijl voor ons uit twee tegenover elkander liggende boschjes omgebroken takken vertoonden. Zie, daar hebt gij het punt, dat ik bedoelde, zeide ik. De Miridiet is linksaf gereden, om achter ons te komen. Suef moet ons nu rechtuit, tusschen de beide boschjes door, laten gaan. Is dat ook niet uw meening? Heer, ik weet niet wat ik zal zeggen.

Omdat ik niet geloof, dat iemand het lezen kan en gij het tegendeel beweert. Voeg de lettergrepen juist bijeen en lees mij voor, wat er geschreven is. Op het papier ziende, maar tevens hem en Suef scherp waarnemende, zeide ik: De woorden, uit de verspreide lettergrepen gebouwd, luiden: IN PRIPEH BESTE LA KARANORMAN CHAN ALI SA PANAJIR MENELIKDE. Verstaat gij dat? Slechts enkele woorden.

Stil viel ik in. Als ik spreek, moet gij zwijgen. Uw huis is een moordenaarshol, en denkt gij dat Ook ik werd nu gestoord en gestuit. Osko gaf een schreeuw en vloog op den pseudo-kleermaker af. Maar ofschoon ik Humun meer bizonder in het oog hield, toch was mij de verdachte beweging van Suef niet ontgaan. Hij was inderdaad een hoogst gevaarlijk sujet.

Gij kwaamt, sprongt van uw paard en zocht ze, om hen te zeggen, dat wij te laat waren weggereden. Gij zijt toen een eind met hen opgereden maar al spoedig zijt ge van hen weggegaan, om hierheen te rijden, waar Suef ons u leveren moest. Suef? riep hij verschrikt uit. Hij keek rond naar den kleermaker en zag hem. Ik deed alsof ik den waarschuwenden oogwenk van den kleine niet zag.

Paard en ruiter schenen dus heelhuids er af gekomen te zijn. Ook nu had Halef mijn voorbeeld gevolgd en omgekeken. Suef ziende, hief de kleine Hadschi zich op in den zadel, balde toornend de vuist en zeide: Kem lahana uzuw ümri war; lakin Allah war eder, Allah jog eder. Onkruid houdt het lang, maar Allah geeft en neemt het leven.

Ik had mijn tijd noodig om te schrijven. Dat deed ik op Oostersche manier, namelijk op mijn knie. De anderen hielden zich stil, om mij niet te storen. Murad Habulam had zich naast Suef gezet, en zij beiden fluisterden met elkaar. Wanneer ik bij wijlen van ter zijde opkeek, merkte ik op, dat zij zich boosaardig vroolijk over ons maakten.

De kleermaker reed als gids voorop en scheen zich om ons niet te bekommeren. Daar Osko en Omar achter hem reden, kon ik vrijuit over hem met Halef praten, zonder door hem gehoord te worden. Sihdi, gij zijt toch ook van oordeel, dat hij Suef is? vroeg de Hadschi.

Woord Van De Dag

saamgeklonken

Anderen Op Zoek