Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 mei 2025


Te zelfder tijd zagen wij, hooger op, de schuit uit de biezen vooruit schieten. Voorop zat de vrouw; in het midden spanden de twee roeiers alle krachten in, en achter aan hurkte Suef, met de teugels in de hand. De kop van het paard stak boven het water uit. Een roer was er aan het vaartuig niet. Toen Suef ons zag, hief hij den arm op en maakte een spottende handbeweging.

Een driftige beweging toonde mij zijn ontevredenheid dat Suef den door hem aangegeven weg niet was gegaan. Had ik Halef niet meer rechts laten rijden, dan zouden zij veel dichter langs den Miridiet gekomen zijn. Nu gingen zij op den zoom van een vrije vlakte, wat hem slecht te pas kwam. Al spoedig zag ik ze te voorschijn komen. Ook hij moest hen zien.

En wat zouden Suef en Humun zeggen, wanneer ik u de straf schonk, die ik hen deed lijden. Op de plank met hem, riep Suef. Geef hem de honderd, viel Humun in. Gij hoort het! zeide Halef. Allah wil het, en wij willen het ook. Kom dus hier! Leg de ledematen op de bank, opdat wij u binden. Hij vatte hem bij den arm, om hem neer te trekken.

Zou die kleermaker Terwijl de oude veerman met mij had staan praten, was Suef uit de herberg gekomen en opgestegen. Zonder opzettelijk naar ons te kijken, had hij toch zijn oog over ons laten gaan en was toen naar de plek gereden, waar de schuit lag. Daar ging hij er in. Allah il Allah! De kleermaker in de schuit! riep de oude.

Geen halve minuut, nadat Suef er in was gegaan, waren ook zij er binnen. Nu wendde ik mij tot den ouden veerman: Hoeveel hebben vier ruiters te betalen, om overgezet te worden? Twintig piasters, antwoordde hij, de hand voor mij ophoudende. Ik gaf er met mijn zweep een tikje op, en zeide: En ik betaal u niets. Dan blijft gij aan den verkeerden kant! Neen, gij zult ons overzetten.

Kort en goed, toen wij ons nu op de pont bevonden was ik weinig op mijn gemak. De oude veerman zat op den rand en rookte. Met aandacht nam hij ons op en knikte veelbeteekenend tegen zijn jonge helpers. Ik was zóó gaan staan, dat ik Suef in het oog hield.

Voor hij tijd had om op te staan, zat Halef, die terstond zijn pistool bij zich had gestoken, geknield op hem, en bewerkte hem met zijn vuisten, zoo treffend en ongelooflijk vlug, dat de man geen tijd had om aan tegenweer te denken. Habulam was van zijn plaats opgesprongen en brulde van woede. Humun gesticuleerde als een razende, maar waagde het niet, Suef ter hulp te komen.

Wanneer gij hem de twintig niet wilt geven, besliste ik dan krijgt gijzelf er veertig. Dat werkte. Humun spartelde tegen toen hij op de bank gebonden werd, maar het hielp hem niets. Zijn heer en meester stond op en vatte aarzelend den stok; maar de twee zweepen sterkten zijn arm, zoodat de knecht zijn volle loon kreeg. Humun verdroeg zijn tuchtiging niet zoo moedig als Suef.

Ik dacht terstond aan den man, van wien de beide Aladschy's gesproken hadden, en die mij in hun handen leveren zou. Suef hadden zij hem genoemd, een echt Arabische naam. Hij moest, in geval ook de aanslag op heden niet mocht gelukken, terstond met zijn verraderij beginnen.

Uw redeneering gaat mijn verstand te boven. Ik heb u toch alles duidelijk uitgelegd. Ja, maar uw gevolgtrekkingen kan ik niet volgen. Ik geloof toch dat gij u vergist. Ik vergis me niet. Wat wilt gij nu doen? Als ik dien Suef hier had, zou ik beginnen met hem zóóveel zweepslagen toe te dienen, dat hij het opstaan vergat. Dan had hij niet meer dan hij verdiende. Jammer genoeg, dat hij niet hier is.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek