Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 november 2025
Hij heeft met deze teekens niet willen zeggen, wat weg hij zelf genomen heeft, maar in wat richting Suef ons leiden moest. Komt dat niet op hetzelfde neer? Volstrekt niet. Ik ben zeker dat, al heel gauw, het spoor van den ruiter zal afwijken van de richting door de takken aangewezen. Allah, Allah! Wat een hoofd hebt gij? Dat was ongeveinsde bewondering.
De roeiers van Suef's schuit hadden zich in den aanvang wel door den stroom laten meesleepen, maar ook zij hadden alle krachten ingespannen en naderden al meer en meer de lijn, waarop de praam, aan het ankertouw verbonden, zich bewoog. Reeds kon men Suef en zijn helpers duidelijk onderscheiden. De oude veerman volgde met een zaakkundigen blik den gang der schuit.
Maar Heer, daar gij toch zoo scherpzinnig zijt, zeg ons dan ook, om wat reden hij ze zal gebroken hebben. Kent gij misschien een man, die Suef heet. Het kleine manneke, dat zich zoo hardnekkig een arm kleermakertje bleef noemen, moest toch een ontzettende mate van zelfbeheersching hebben, want geen spier van zijn gezicht vertrok.
Hadden wij hem met de zweep gegeven, niet op zijn voetzolen, maar op dat lichaamsdeel, waarmee de Padischa zijn troon bedekt als hij er op gaat zitten, dan had hij noch kunnen loopen noch rijden. Daar zouden wij niets mee gewonnen hebben, want de oude Mubarek zou een anderen bode gezonden hebben. Voorwaarts dus! Wij reden verder, en Suef volgde ons langzaam.
Dan wil ik u die toonen en u zeggen, dat ik zelf tusschen de garven gekropen ben en u gezien en beluisterd heb. Ik heb ieder woord verstaan, ieder woord! Hij ging achteruit en staarde mij vol schrik aan. Heeft de Miridiet, voor hij wegging, niet het mes getrokken tegen den ouden Mubarek? Ik ik ik weet van niets, stamelde hij. Wel, dan wil ik er dien Suef eens op hooren, misschien weet hij het.
Dat is Suef, die zich voor een kleermaker uitgaf! Ik had dus terecht tegen hem beweerd, dat hij Kilissely terstond na ons verlaten zou. In den draf, Halef! Hij wil de anderen waarschuwen; dat mag niet gebeuren. Hij weet, waar zij heen gaan. Maar wij kunnen hem niet vóór komen meende Halef, hij is al reeds te dicht bij het dorp. Maar aan gene zijde van het dorp kunnen wij hem inhalen.
Hij mag ter dege oppassen, of hij krijgt meer water te slikken dan hij verdragen kan. Ik weet, dat hij zeer arm is en zou hem voor een kleinigheid, of ook wel voor niet meegenomen hebben. Waarom komt hij niet bij mij? Ik vond het niet noodig, aan den oude de reden te zeggen, waarom Suef ditmaal niet in zijn praam kwam.
En hoe is het met de andere opvarenden van de schuit gegaan? De twee roeiers hebben wij op de praam getrokken; maar de kleermaker was over boord geslagen. En is hij verdronken? Neen. De Scheitan heeft nog niets van hem willen weten. Ik heb hem met zijn merrie zien zwemmen; we willen eens zien, waar hij te land is gekomen. Hij stond weer op en keek naar Suef rond.
Dit bevel gold de knechten, maar niet een waagde het, ook Humun en Suef niet, om de hand naar den kleinen Hadschi uit te steken. En deze verwaardigde zich evenmin, naar hen om te zien, maar deed de deur open en ging naar binnen. Wij volgden. Habulam kwam ons na en de anderen drongen achter hem op. Midden in de kamer bleef hij staan en riep: Dat is ongehoord! Ik zal het ten strengste straffen!
Wij reden nog een eind verder, zoodat Suef op voldoenden afstand ons voorbij en naar het veer kon komen. Daar hielden wij stil, maar ik zorgde, dat ik hem aldoor in het oog hield. Wij deden echter alsof wij in 't geheel niet op hem letten. Toch kon hij wel begrijpen, dat het tegendeel waar was. Tegen onze verwachting in, reed hij niet naar het veer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek