Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


"Ik heb de eer het gezelschap nederig te groeten, zeide hij, een spottenden blik op Van Lintz werpende; maar de uitdrukking van zijn gelaat veranderde en zijn kleur verschoot, toen hij mij herkende. "Ga zitten, Mijnheer Blaek!" zeide Holmfeld: "waarlijk, wij waren er verre af, van ons op uw bezoek te verwachten: dat is hupsch van u."

"Ik geloof aan de onschuld van den Kaffer," zei hij tot John Watkins, "en daarenboven het geheele geval gaat mij slechts aan! Natuurlijk of kunstmatig, de diamant behoorde mij toe, vóór dat ik hem mejuffrouw Alice aanbood...." "O zoo, hij hoorde u toe?" vroeg master Watkins op spottenden toon. "Ongetwijfeld," hernam Cyprianus.

Tot deze groep behooren ook de afscheidsliederen in den trant van: Vaarwel, vaarwel, mijn zoetelief, Niet langer kan ik blijven enz., en de wachterliederen, wier allerberoemdste: "Het daget in den Oosten", om den verhalenden vorm bij den aanvang der derde strofe echter ook tot de balladen kan gerekend worden. Vooral in onze noordelijke provinciën krijgt het minnelied vaak een spottenden bijtoon.

Nauwelijks was de jachtopziener in het bad, of de strooper sprong uit zijn schuilhoek te voorschijn, en maakte zich in een oogwenk meester van de kleederen en ook van het geladen geweer. Toen riep hij op spottenden toon den onthutsten jachtopziener toe, dat hij hem de keus liet, waar hij den kogel, dien hij, Finck, hem nog schuldig was, wilde ontvangen, in zijn hoofd of ergens anders.

Gelijk met de nieuwe maan zou de bruiloft plaats hebben en vol hoop op de toekomst bracht het lieftallige meisje de volgende weken van haar verlovingstijd door. Minder vroolijk was de zielstoestand van haar bruigom. Op spottenden toon hadden zijn drinken jachtgenooten hem gelukgewenscht.

Laas! zeiden de burgers tot elkaar, nu dat de hertog van Anjou den voet in onze landen gezet heeft, wil hij hier koning zijn; zaagt gij hem bij zijne inkomst in Bergen, klein, met groote heupen, een dikken neus, een gele tronie, een spottenden mond?

"U, toovenaarster!" schreeuwde de aanvoerder toornig en met een spottenden lach voegde hij er bij: "U! Om U op den bodem van deze rivier te zien neerstorten." Een welluidend lachen weerklonk door de bergen. "O, de Rijn zal zelf komen, om mij te halen!" riep de jonkvrouw uit. Ver over den afgrond, die onder haar gaapt, buigt zich haar lichaam.

Gij leeft uw dagen, zonder de eenzaamheid te kennen de strijd om het bestaan vreet uw geheimen op en de verrassende dood doet u hulpeloos zijn. Ge weet niet, hoe angstig ik ben, dit volkshart te krenken. Ge weet niet, hoe ik mijn vrienden zal moeten vragen, of ik hen niet beleedigd heb, al besef ik, dat zij mij zullen vrijspreken. In mijn ooren hoor ik uw spottenden lach.

"Dat kan ik niet ontkennen," antwoordde hij: "maar mag ik vragen, waarom gij mij den titel van Kapitein toekent?" "Ik heb u door een dier lieden van zooeven aldus hooren noemen," hernam ik. "Wel mogelijk!" zeide hij, met een spottenden blik naar mij omziende: "maar omdat die gekken mij zoo noemen, moet daarom een verstandig jongmensch hun voorbeeld volgen?

Hij herhaalde op spottenden en gerekten toon het woord, alsof men schrijven zou "groote hond." De vrouw richtte zich verwoed op. "Leelijke bengel!" bromde zij. "Zoo ik niet gebukt had gestaan, zou ik u een schop voor uw .... gegeven hebben." De knaap was reeds op behoorlijken afstand. "Ksch! ksch! Nu zie ik dat ik mij niet vergist heb!" tergde hij.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek