Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Toen Leni de eieren aan Kee liet zien van Snoet, Toet en Haantje-Kukelekaantje, sloeg Kee de armen van verbazing in de hoogte. "Heb ik van mijn leven, heb ik van mijn leven! Nu begrijp ik, waarom hij vanmorgen zoo aanhoudend kraaide, 't Is dan ook geen kleinigheid, een chocolade-ei. Dat doen de kippen hem niet na, ofschoon Snoet en Toet ook bijzonder knap zijn.

Davus, zoodra hij op den grond gespied had wat mijn hoef had geschreven, slaakte een juichkreet en wierp beide armen hartstochtelijk om mijn ezelnek. Heer! riep hij. O mijn heer Charmides! Zie ik u eindelijk terug!? En ik balkte luid van blijdschap en duwde hem met mijn snoet in zijn maag uit speelschheid. En zijt gij de ezel van deze jonkvrouw geworden? vroeg Davus, in blijde verbazing.

Nu ik werkelijk een zoo goed verzorgde, wèl doorvoede, glanzig geborstelde ezel was, schenen zij Charis te gunnen hare verdwazing en lieten zij haar begaan. Zij kuste mij op den snoet en van zaligheid rilde ik. Tevens nam ik mij voor, niet te balken, nóoit te balken en mij te gedragen geheel en al als een kunstig gedresseerde ezel zich zoû gedragen.

Toen rekte hij den rimpeligen nek, en zijn neusgaten zwollen onder den uitstroomenden adem, en men zag den bek opengaan met een krachtig vooruitstooten van den platten, vierkanten snoet. «Hoor, hij loeit!

Cha-i! stiet ik mijn bruid aan met mijn trillenden snoet. Zij ontwaakte, wilde mij omhelzen, maar dadelijk beduidde ik haar, door te knielen, dat zij op zoû stijgen. En zij steeg op. En juist toen de roovers in den bongerd verschenen, draafde ik weg, naar de rivier terug.

Zachtkens sloop hij naar hem henen, Tot hem 's monsters roode nagels Haast beroerden, haast verschrikten, Tot de wasem van zijn neusgat Mudjekeewis' handen warmde, Die den wampumgordel heentrok Over de ooren, die niet hoorden, Over de oogen, die niet zagen, Langs de zwarte snoet en 't neusgat, Dat, met heeten adem hijgend, Mudjekeewis' handen warmde.

De snoet, het geheele onderlyf, en de pooten, zyn van eene zwarte kleur, die eene zonderlinge tegenstrydigheid maakt met de gryze kleur, waar van de zelve aan den kop is afgescheiden door eene witte streep, beginnende aan den eenen schouder, en doorgaande onder de ooren, boven de oogen en den neus, en zig tot den anderen schouder uitstrekkende.

De binnenranden der ooren zijn wit behaard, en wel zoo, dat aan de gehooropening twee haarbosjes zich verheffen, die zich als 't ware in een baard voortzetten, welke den rand der oorschelp volgt tot haar spits, maar daar korter en dunner wordt. De kleine snoet pronkt met lange, borstelvormige snorren, die ook tot de kenmerkende eigenaardigheden van het dier behooren.

Wij kwamen door de nauwe kronkelsteegjes weer beneden. Geen mensch in dat verlaten oord. Alleen, op den grijzen drempel van een dier barbaarsche menschenholen, twee grijze poezen, snoet aan snoet, met naar elkaar opglinsterende oogen in een soort kwaadaardig, brommend buikgesprek; en vlak daartegenover, op een tweede drempeltje, een kleine, zwarte hond, die roerloos, met gespitste ooren, 't schouwspel aankeek. Dat was een leuk gezicht. De dof-kijvende poezen hielden ons en den hond om de beurt met één oog in de gaten, en ik bleef nieuwsgierig stilstaan, om te zien hoe of 't standje zou afloopen. Maar zelfs d

Een witte, ruigharige hond met twintig wonden en krabben op zijn snoet, sloop de kamer binnen. »Waarom kwam je niet dadelijkzei de man. »Word je soms te weelderig om me gezelschap te houden? LiggenHet bevel ging vergezeld van een schop, die het dier naar den anderen hoek van de kamer deed stuiven.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek