United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


Likteekens in die handen! en een gloed, Die uit die teekens straalt! O Heerlijkheid! Ja, 't is wel zóo, dat zijn die handen nu, Doorgraven eens, thands zeegnende uitgebreid! Hij zegent ons. O diep gevoel ik u, Gij, eerste zegen hier omhoog! want ja, Nu weet ik het, de Hemel is nabij, De Hemel is hier binnen! Dat is Hij, Nu weet ik het! Hij is 't! Hij roept u: ga! "Eeuwige eer zij Mudjekeewis!"

Zoo bezweek dan Mishe-Mokwa, De ongelikte beer der bergen, Uren ver de schrik der volken! "Eeuwige eer zij Mudjekeewis!" Juicht het volk met duizend stemmen: "Eeuwige eer zij Mudjekeewis!" "Westenwind, dat zal hij wezen, "En na dezen en voor immer "Zal hij heerschappije voeren "Over al des hemels winden! "Noem hem niet meer Mudjekeewis, "Maar den Westenwind, Kabeyun!"

Zachtkens sloop hij naar hem henen, Tot hem 's monsters roode nagels Haast beroerden, haast verschrikten, Tot de wasem van zijn neusgat Mudjekeewis' handen warmde, Die den wampumgordel heentrok Over de ooren, die niet hoorden, Over de oogen, die niet zagen, Langs de zwarte snoet en 't neusgat, Dat, met heeten adem hijgend, Mudjekeewis' handen warmde.

Zoo verdeelden zich de winden: Mudjekeewis' wakkre zonen Hadden dus hun vaste zetels Aan de hoeken van den hemel; Mudjekeewis hield het westen, Enkel 't westen, voor zich-zelven. Uit zijn overvloed te geven, Foei, wie daar nog loon voor hoopt! 't Is het reinst genot van 't leven, Dat men voor wat zilver koopt.

Alzoo werd nu Mudjekeewis Vader aller hemelwinden. 't West behield hij voor zich-zelven, De andren gaf hij aan zijn kindren, D' Oostenwind gaf hij aan Wabun, 't Zuid' gaf hij aan Shawondasee; En den Noordenwind, den ruwen Grimmigen Kabibonokka.

En de sterke Mudjekeewis, Zonder vreeze voor hem staande, Hoonde hem met luiden spotlach, Dus verachtend hem begroetend: "Hoor, gij beer! gij zijt een flauwert, "En geen held, zooals gij voorgeeft, "Anders zoudt gij niet zoo krijten, "Niet zoo jammren als een meisjen!