Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
De snoet, het geheele onderlyf, en de pooten, zyn van eene zwarte kleur, die eene zonderlinge tegenstrydigheid maakt met de gryze kleur, waar van de zelve aan den kop is afgescheiden door eene witte streep, beginnende aan den eenen schouder, en doorgaande onder de ooren, boven de oogen en den neus, en zig tot den anderen schouder uitstrekkende.
De langwerpige kop met den spitsen snoet, de magere, rechte pooten, de middelmatig lange staart, die gewoonlijk een weinig ingetrokken wordt, het dichtbehaarde, krulharige, dikwijls ruige vel van grijs bruinachtige kleur zijn kenmerken, die tot aanvulling van het beeld van dit dier kunnen dienen. In den regel treedt de Herdershond reeds in zijn eerste levensjaar als veehoeder in dienst.
Hun lichaam is tamelijk slank, de kop forsch, de snoet lang en recht afgeknot; de staart wordt achterwaarts gericht met naar boven gekromde spits, of loodrecht omhoog gestoken met naar voren gebogen spits; de pooten zijn middelmatig hoog en recht. Gewoonlijk snijdt men deze dieren, als zij nog jong zijn, den staart en de ooren af, waardoor zij niet mooier worden.
Bij den Bullenbijter is de romp ineengedrongen, dik, in de flanken slechts weinig samengetrokken, de rug niet gekromd, de borst breed en diep, de hals tamelijk kort en dik, de kop rondachtig, hoog, het voorhoofd sterk gewelfd, de snoet kort, naar voren smaller wordend en zeer sterk afgeknot. De krachtige pooten zijn middelmatig hoog.
Wie was toen de eerste geweest, die haar verwelkomend te gemoet was gesprongen, die met luid geblaf en woeste sprongen gezegd had: "Ik heb zoo naar je verlangd." Niemand anders dan Caesar, die lieve, goede Caesar! O, dat gevoel zoo lang ontbeerd van dien vochtigen snoet en die zachte, warme haren!
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde oogenblik stond er een vreeselijk groote hond dicht bij het eendje; de tong hing hem uit den bek, en zijn oogen schoten vlammen; hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit, liet het zijn scherpe landen zien en.... Plof! plof! ging het weer, zonder dat hij het beetpakte.
De kop is breed, weinig gewelfd; de zwarte of bijna vleeschkleurige neus is merkbaar breeder dan bij de overige Jachthonden; de lippen van den stompen snoet hangen breed af, en vormen in den mondhoek een sterke plooi; de breede, afhangende ooren zijn middelmatig lang en van onderen afgerond; de uitdrukking van het gelaat is ernstig, schrander en edel.
De Indianen, of inboorlingen van Guiana, hebben allen honden, waar van zy zig tot de jagt bedienen. Deeze dieren zyn mager en klein, zy hebben kort hair van eene vuile witte kleur, een langwerpigen snoet, en recht op staande ooren; zy zyn zeer bekwaam om het wildt op te spooren; maar zy hebben alle de gebreken van de kleine jagthondjens.
... De andere wilde nog antwoorden, doch Michielken deed als hij gezegd had: hij sloeg tweemaal met de vuist op zijn aangezicht en trok hem bij den snoet op de straat, alwaar hij hem, zonder deernis, gansch bebloed en gekneusd op een mesthoop smeet,
De lange, rolvormige, naar onderen gekromde romp, met den naar binnen gebogen rug, die op korte, verdraaide pooten rust, de groote kop en de groote snoet met het degelijke gebit, de hangende ooren, de groote teenen met de scherpe klauwen en het korte, gladde, stijve haar kenmerken hen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek