Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
De kop is groot, breed en eenigszins verlengd, de snuit is middelmatig lang, tamelijk breed, naar voren eenigszins versmald en bijna recht afgeknot, de bovenlip is met stevige donkerbruine snorborstels bezet, die een lengte van 15 cM. kunnen bereiken; het oog is tamelijk groot, rond, bolvormig uitpuilend; het oor is buitengewoon klein, men ziet er eigenlijk niets anders van dan een rondachtig gat, dat niet eens door een huidzoom omgeven is; de neus eindelijk verschilt aanmerkelijk bij het mannetje en het wijfje.
Bij den Bullenbijter is de romp ineengedrongen, dik, in de flanken slechts weinig samengetrokken, de rug niet gekromd, de borst breed en diep, de hals tamelijk kort en dik, de kop rondachtig, hoog, het voorhoofd sterk gewelfd, de snoet kort, naar voren smaller wordend en zeer sterk afgeknot. De krachtige pooten zijn middelmatig hoog.
Als de broedtijd nadert, maakt het wijfje een rondachtig kuiltje in het zand of het mos der toendra, legt in dit eenvoudige nest 2 of 3 eieren, die door haar en het mannetje beurtelings met groote zelfverloochening bebroed worden.
Zyn kop verschilt niet veel van den kop van een paard, maar zyne onderste lip staat meer voor uit, en eindigt met eene beweegbaare snuit, als die van een Olyphant, maar niet lang genoeg, om hem van eenig nut te wezen. Zyne ooren zyn rondachtig; zyne voortanden zyn zeer sterk, en zomtyds zichtbaar.
In het groote, weinig uitpuilende oog vult het lichtbruine of donkerbruine regenboogvlies bijna de geheele ruimte, die door de oogleden wordt vrijgelaten; het wit van 't oog ziet men zelden. De pupil is niet rondachtig of langwerpig, maar vierstralig.
Terwijl de reeds besprokene geslachten van Breed-neuzige Apen in onze dierentuinen tot dusver tot de zeldzaamheden behooren, ziet men deze of gene vertegenwoordiger van de Rolstaartapen bijna in ieder beestenspel. Deze Apen onderscheiden zich van de vroeger behandelde door hun lichaamsbouw. De schedel is rondachtig; de armen zijn slechts middelmatig van lengte, de handen hebben vijf vingers.
De hoornen zijn aan den wortel breed en bedekken daarom bij sommige bijna het geheele voorhoofd, wat bij verreweg de meeste niet het geval is; zij zijn glad en rondachtig of hoogstens aan hun onderste gedeelte dwars geribd; zij krommen zich naar buiten of naar binnen, naar achteren of naar voren, naar boven of naar beneden, of hebben een liervormige gedaante.
Zyn kop verschilt niet veel van den kop van een paard, maar zyne onderste lip staat meer voor uit, en eindigt met eene beweegbaare snuit, als die van een Olyphant, maar niet lang genoeg, om hem van eenig nut te wezen. Zyne ooren zyn rondachtig; zyne voortanden zyn zeer sterk, en zomtyds zichtbaar.
Het wijfje broedt op 5 of 6 eieren, die, wat grootte en kleur betreft, verschillen kunnen. Zij zijn langwerpig, soms eenigszins buikig of zelfs rondachtig, op geelachtigen, groenachtig grijsgelen, lichtgelen of vleeschroodachtig gelen grond met aschgrauwe, olijfbruine, bloedroode en roodbruine vlekken geteekend.
Mijne burgt ligt aan 't noordeinde van de Liudgaarde. De toren heeft zes zijden. Driemaal dertig voet is hij hoog. Plat van boven. Een klein huisje daarop, waaruit men naar de sterren ziet. Aan iedere zijde van den toren staat een huis, lang drie honderd en breed driemaal zeven voet, en evenzoo hoog, behalve het dak, dat rondachtig is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek