United States or Colombia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het regenboogvlies is donkerbruin, de bovensnavel hoornbruin, de ondersnavel hoorngeel, de voet roodachtig. Zuid-Europa en meer bepaaldelijk de oeverlanden van de Middellandsche Zee, Noordwest-Afrika en de steppen van Toerkistan zijn het vaderland van den Kalander-leeuwerik, die, van de genoemde landen uitgaande, Noordoost-Afrika, maar slechts zelden de Boven-Nijl-landen bezoekt.

Met inbegrip van zijn staart, welks lengte ongeveer 20 cM. bedraagt, is hij hoogstens 65 cM. lang en wordt in de schouderstreek te nauwernood 20 cM. hoog. Zijn geheele lichaamsbouw is buitengewoon fijn, de kop loopt zeer spits toe, de groote oogen hebben een rondachtige pupil, die door een bruin regenboogvlies omgeven is. Het meest vallen voorzeker de ooren op.

In het groote, weinig uitpuilende oog vult het lichtbruine of donkerbruine regenboogvlies bijna de geheele ruimte, die door de oogleden wordt vrijgelaten; het wit van 't oog ziet men zelden. De pupil is niet rondachtig of langwerpig, maar vierstralig.

De zeer dichte, langharige vacht is glanzig zwart, aan de onderzijde licht bruinachtig grijs; de bij wijze van manen verlengde ringbaard daarentegen is wit, gedurende de jeugd grijsachtig; de handen en voeten zijn dof van kleur; de goedaardige oogen hebben een bruin regenboogvlies. In volwassen toestand is deze Aap iets minder dan 1 M. lang.

Zoodra echter de avond valt, wordt hij wakker; zijn pupil vergroot zich al meer en meer, naarmate de duisternis toeneemt, en wordt ten slotte zoo groot, dat men het regenboogvlies nauwelijks meer waarneemt. Zijn oog licht in 't donker, evenals dat van de Katten en Nachtuilen. Als de schemering aanvangt, begint hij zijn hok rond te gaan en naar voedsel uit te zien.

Zijn oogappels waren dan ook door den angst zoodanig uitgezet, dat zij zich zoo groot vertoonden als het geheele regenboogvlies zijner oogen. Maar ter zelfder tijd dat die oogappels zich uitzetten, kromp zijn lichaam als het ware in, alsof het bedeeld ware met die kracht van samentrekking, eigen aan de meeste weekdieren en aan sommige geleede dieren.