United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij hadden de grootte van een Duif. De Snipvogels (Scolopacinae) zijn kleine of middelmatig groote, sierlijk gebouwde moerasvogels; de van boven afgeronde kop heeft een plat voorhoofd, dat naar voren smaller wordt tot de plaats, waar het zonder scherpe afscheiding overgaat in den steeds langen, dikwijls zelfs buitengewoon langen snavel; deze is slank en zwak en heeft stompe, ongetande zijranden; hij is steeds aan den wortel met een zachte huid bekleed, die zich dikwijls zelfs tot bij de spits uitstrekt. Van de fijne, spleetvormige neusgaten aan den snavelwortel tot de spits neemt de snavel weinig in breedte en hoogte af; hij is òf recht, òf een weinig naar beneden, òf naar boven gekromd, niet zelden buigzaam. De zwakke, slanke voet heeft gewoonlijk een langen loop; de drie voorteenen zijn middelmatig lang; de zelden ontbrekende achterteen is kort en hooger ingeplant; bij sommige soorten zijn de voorteenen vrij, bij andere door vliezen vereenigd, die zich bij eenige aan één der teenen tot aan den nagel uitstrekken, bij enkele zijn de teenen met een huidzoom voorzien langs de zijden. De vleugels zijn middelmatig lang en spits, aan den achterrand meer of minder sikkelvormig uitgesneden; zij reiken tot, of voorbij de spits van den korten, uit 12

De kop is groot, breed en eenigszins verlengd, de snuit is middelmatig lang, tamelijk breed, naar voren eenigszins versmald en bijna recht afgeknot, de bovenlip is met stevige donkerbruine snorborstels bezet, die een lengte van 15 cM. kunnen bereiken; het oog is tamelijk groot, rond, bolvormig uitpuilend; het oor is buitengewoon klein, men ziet er eigenlijk niets anders van dan een rondachtig gat, dat niet eens door een huidzoom omgeven is; de neus eindelijk verschilt aanmerkelijk bij het mannetje en het wijfje.

Behalve de duim heeft echter ook de wijsvinger een klauw. De bij andere Vleermuizen zoo lange staart is bij hen een onbeduidend, uitwendig niet waarneembaar stompje; in verband hiermede is ook de staartvlieghuid ingekrompen tot een tamelijk smallen huidzoom langs het onderbeen, het bovenbeen en het achterste gedeelte van den romp.

Harde schilden bekleeden netsgewijs den loop, schubben de bovenzijde der teenen; aan de zijden hebben deze een smallen huidzoom. In het skelet onderscheidt men een bovenarm van 3, een voorarm van 2 en een hand van 1 cM. lengte, de laatste voorzien met een scherpen klauw. In verband met de uiterst geringe ontwikkeling der voorste ledematen ontbreekt de kam op het borstbeen.

In grootte komt hij met den Regenwulp overeen, van wien hij zich vooral onderscheidt door zijn aanmerkelijk dunneren snavel en de lichtere kleur van zijn kleed. Hunne voorteenen hebben, behalve een spanvlies een aan den rand fijn getanden huidzoom, die dikwijls bij de teengewrichten ingesneden is.