Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Hij woonde iets van 't dagelijksch leven en den steeds terugkeerenden arbeid op de hoeve bij, hij zag Vaprijsken door de breede, openstaande wagenpoort dorschvlegelen in de schuur en Smul die af en toe met wagen of met kar op en af den boomgaard reed. En elken middag, tusschen twaalf en een, kwam men hem het lieve veulentje vertoonen, op 't gras, vlak voor het raampje van zijn ziekenkamer.
Smul had Kneuvels eerst een tijd verloren en hem daarna heel onverwacht in een andere herberg weer teruggevonden, waar de ruzie herbegonnen was; maar ook daar kwam de baas onmiddellijk tusschen beide en verzocht hen elders te gaan kijven.
De boerin, een jonge, knappe vrouw, met levendige donkere oogen en zwarte haren, liep bedrijvig heen en weer om allen te bedienen; de boer, een veertigjarige lummel met paarsrood gezicht, stond, bij den schoorsteen geleund, tegen de dichtst bij hem zittenden te brabbelen en te hakkelen. Alfons merkte, met één enkelen blik, dat Smul, de paardenknecht, in de keuken niet was.
't Was haar te moede als woonde zij haar eigen lijkdienst en begrafenis bij. O, die wettelijke verbintenis op het stadhuis, in die stoffige kamer der secretarie, waar dezelfde mannen die haar liefde-huwelijk met Alfons bezegeld hadden, nu met onaangename, zure gezichten van verveling en minachting ook haar tweede huwelijk met Smul voltrokken!
"Loat mij los, nondedzju! ze moet deud! ze moet deud!" gilde Smul, bloedend en spuwend, als een gewond beest in den hoek van den haard onder Kamiels forsche knelling in elkaar gedrukt. "Stille, boas, stille," hijgde Kamiel met reusachtige inspanning den woesteling in bedwang houdend.
Zij slaagden er eindelijk in, met heel veel moeite, na smeeken en vleien, om Vaprijsken te bedaren en hem te doen blijven; maar dat was meteen de beslissende triomf voor Smul, die van af dat oogenblik de onbetwiste opperbaas der hoeve werd en er voortaan alles naar zijn eigen zin wist te doen buigen.
"Wie est 't?" vroeg Alfons gretig. "Ivo Smul." "Ivo Smul? En hij weunt bij boer Kneuvels!" "Sedert iergisteren 'n weunt er hij nie mier bij. Hij es mee zijnen boer in ruzie geslegen en wig-gegoan. 't Spijt de bezinne genoeg." Alfons, zijn groote, holle oogen strak voor zich gevestigd, zat roerloos te peinzen en te staren.
Het bleef vaststaan dat Smul den volgenden zaterdag weg zou gaan; eenieder wist het, 't was of het reeds gebeurd zou zijn, maar niemand sprak er nu meer over; en Smul zelf, steeds in zijn halsstarrig zwijgen teruggetrokken, werkte en sjouwde, maaide, ploegde, zaaide en egde, als een die er in 't geheel niet aan denkt om te vertrekken, als een die niet gemist kan worden.
Hij, toch, zou niet onhandelbaar zijn. En wat was het ook goed dat hij 't zoo duidelijk gezegd had: Knechten alle twee! Doch kort van duur was haar vreugd. Smul gaf zich niet eens de moeite Vaprijskens schimpscheut te beantwoorden, en ging ook op de zaak niet verder in.
Hij joeg die nare herinnering van het verleden uit zijn gedachte, en even kwam een glimlach op zijn lippen. Rozeke hield van hem, hij voelde 't, hij wist het, al had ze 't hem nog niet gezeid. Hij zag dat telkens in haar oogen, hij hoorde 't in haar woorden, al deed ze soms ook nog wat stug en vreemd met hem; en hij had pret in zichzelf omdat hij het zoo handig met boer Kneuvels had weten te schikken, dat niet de boer noch zijn paardenknecht, maar wel hij de Van Dalens dien ochtend zou gaan wekken. Hij eerst, vóór alle anderen, zou Rozeke zien en met haar spreken. Hij zou met haar, en met haar broeders en haar zuster, in de vertrouwelijke duisternis van den nacht, den tamelijk langen weg afleggen van hun huisje naar de hoeve, en daarna van de hoeve naar den vlasgaard. Ook Smul zou haar zien, en met haar spreken, zeker, dat kon ook niet anders, doch eerst later, als hij al ruim tijd en gelegenheid zou gehad hebben, om haar te zeggen en te vragen, d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek