United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij liet haar los en aan den ingang van de oprijlaan voegden zij zich bij de anderen, die hun korte afzondering niet eens bemerkt hadden. Allen praatten in driftige verwarring over het geval, en op den drempel van het woonhuis stond de boerin, angstig roepend van verre wat er toch gebeurd was. "Niets,... niemendalle; de peirden die 'n beetsen hoastig woaren om noar huis te komen," snoefde Smul.

De laatst aangekomenen slokten en slorpten met haast de groote brokken en de lauwe koffie in, en weldra stonden allen klaar. Toen ging de deur ruw open, en Smul trad binnen. "Elk ne goên dag!" riep hij bruusk, zonder iemand aan te kijken; en hij ging naar de tafel, nam een smouterham, schonk zichzelf een kom met koffie in, en begon nu ook, zonder te gaan zitten, schrokkig te eten en te drinken.

Allen waren 't daar ernstig over eens, en dat gesprek bracht hen eindelijk nog even weer op de kwestie van de weddingschap die tusschen Dons en Smul was aangegaan. De oude boer, buiten op den drempel, gilde Smul, die naar de stallen ging om in te spannen, na: "Veur twintig fran, ? Nie vergeten, zille!"

Zij konden nooit langer dan een paar dagen blijven, en 't gaf ook dadelijk aanleiding tot wrijving en gekibbel, niet alleen met Smul, maar ook nog met het Geluw Meuleken en met Vaprijsken, die allen veel voor Alfons en voor Rozeke over hadden, maar dreigden weg te gaan indien zij gedwongen werden aan vreemdelingen, zooals zij Rozeke's ouders en familieleden noemden te gehoorzamen.

Vader vertelde ook nog, hoe ze het kindje van vrouw Smul, je weet wel, van die baker, behekst heeft, zoodat het binnen drie dagen dood was. En dat was toch maar bij eene arme vrouw, zie-je. Neen, die heks moesten ze maar gevangen zetten, dat zou mooi opruimen." "En hoe wist vrouw Smul dan, dat haar kind betooverd was?" vroeg een der jongens. "Wel, dat is gemakkelijk genoeg te zien.

Zeker was Vaprijsken een uitmuntende stalknecht en moeilijk kon hij op de hoeve gemist worden, maar onder de omstandigheden van het oogenblik kon Smul dat nog veel minder en hun gedwongen keus was niet twijfelachtig.

De meesten wilden trouwens mee, om de verandering en de pret. De meisjes wipten giegelend midden in de groene bundels op den wagen, de mannen zouden loopen. Met een woedenden blik keek Smul Alfons en Rozeke even na. Zij hoorden hem wat pruttelen van "verdomsche leeggangers" maar trokken 't zich niet aan.

Op dat oogenblik was Smul reeds hevig dronken; boer Kneuvels was het ook, zooals gewoonlijk wanneer hij in het dorp kwam, en dadelijk hadden zij, over een beuzelarij, ruzie gekregen en willen vechten. De baas uit 't "Klein Congres" had hen beiden met geweld op straat gegooid en zijn herberg achter hun rug gesloten. Het was toen ongeveer half elf.

Doch Rozeke's broeders en ook anderen die Smul kenden, hadden Alfons' uitroep gehoord en staarden boos, dreigementen brommend, naar de sombere gestalte van den paardenknecht tegen den gevel van het herbergje.