Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Maar dien zelfden middag greep een heftige scène plaats en, voor het eerst sinds hun huwelijk, voelde zij opnieuw haar vroegeren angst voor hem. Dat was terwille van Vaprijsken. Hij had het al lang op 't aardige knechtje gemunt, daar stak nog steeds een oude wrok achter; en nu had Vaprijsken 't een of ander durven antwoorden op een aanmerking die Smul hem maakte.
Maar het werd avond en de lucht betrok alweer met zware, donkere, goud-omrande wolken. De stapel vlasbundels was spoedig aan het verdwijnen en sinds een poos reed Smul, geholpen door twee mannen, opnieuw van en naar den vlasgaard heen en weer, om wat ginder nog overbleef te halen.
Deze moest wel bekennen dat ze nog maar steeds geen anderen knecht voor Rozeke gevonden had; maar dat kwam er niet op aan, beweerde zij: maandag over een week, denzelfden dag dat Smul vertrok, zou Dolf naar 't boerderijtje komen en er blijven tot zij iemand had. Slechts twee- of driemaal in de week zou hij voor een halven dag naar huis moeten terugkeeren, om er 't allerdringendste te helpen doen.
Smul liep sprakeloos en somber, als een bruut, over het erf, Vaprijsken was aan den drank, werkte niet meer, sprak van weggaan en in haar radeloosheid had Rozeke haar ouders te hulp geroepen.
Maar een ontstemmend gevoel fronste plotseling zijn wenkbrauwen: er was er nòg een die naar haar verlangde en haar den ganschen dag zou zien: Smul, boer Kneuvels' paardenknecht! Hij bromde iets tusschen zijn tanden en vlugger nog, als in gejaagde haast, liep hij door. Hij voelde reeds de nachtelijke frischheid niet meer en sloeg den kraag van zijn wambuis weer over.
Die rust en zekerheid waardeerde zij te meer nu ze weer spoedig haar verlossing te gemoet zag. Evenmin als Alfons ware zij op 't oogenblik in staat geweest voor de eigenlijke zaken van de boerderij doelmatig handelend op te treden en zoo gebeurde het bijna van zelf en onvermijdelijk dat alles meer en meer door den sterken en actieven Smul bedisseld en beredderd werd.
"Moar ze zillen toch wel in huis komen euk!" voegde zij er angstig bij. "'t Es zeker te wille van de mirrie," meende 't Geluw Meuleken. "'K peist 't euk," zei Rozeke. En zij herinnerde zich inderdaad dat er de laatste dagen weer kwestie was geweest van die weddenschap tusschen Smul en Dons aangaande 't veulen van de merrie.
En in dien vreemden, onreëelen toovergloed zag plotseling Rozeke een man daar staan, aan wien zij niet meer had gedacht en dien zij nooit op deze plaats en op dit uur verwacht zou hebben: Smul, boer Kneuvels' paardenknecht!
Rozeke was huilend van ontsteltenis op een stoel ineengezakt; Smul, even stom en roerloos als een bruut, stapte met loggen tred uit het huis en ging naar zijn slaapplaats in den stal. De jonge baron en zijn vrouw kwamen dat jaar later dan gewoonlijk buiten. Zij waren er eerst tegen het einde van Mei en enkele dagen daarna kwam de barones Rozeke opzoeken.
La zou nog een poosje blijven om in 't huishouden te helpen. De voordeur ging open en voor de derde maal, dien ochtend, stak Smul van achter 't houten schut zijn hoofd naar binnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek