Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


"Ja, mijnheer de baljuw! maar dan loopt het mij dood, want mijne zaak zal wel slecht staan, en de avekaten hebben ze verbroddeld, en de zoon van mijn vaders broeder, den ouden Jochem Voss, de jongen, die nu alles erven zal, dat moet een listige knaap zijn, en de menschen zeggen immers, dat hij er op gezworen heeft, mij van het goed van Borchert te Malchin af te zullen smijten.

Mijn jongen, zei Lamme, die minder strijdlustig werd, hij gaat ons in 't water smijten. Wel, laat er u in smijten, sprak Uilenspiegel. De dikzak wordt benauwd, zei de menigte werklieden en vrouwen en kinderen. Lamme, altijd op zijnen ezel gezeten, keerde zich naar hen toe en bekeek ze grammoedig, maar zij jouwden hem uit.

Het eerste hield de op elk rustende verplichting in: om het eerste harde of zware voorwerp, dat men grijpen kon, dengene naar het hoofd te smijten, die een onzer sloeg, altijd wanneer de aanvaller te sterk scheen te zijn om hem op de gewone manier te bevechten.

Het zwaard van den beul bleek niet scherp genoeg, om den veroordeelde het hoofd . Gij moet deze dikke takken laten , zij benemen u te veel licht. Met dezen stok kunt gij gemakkelijk de appels . Wie zou van nacht zoo laag zijn geweest om al de koppen der coniferen moedwillig te hebben ? Gooien werpen smijten. Iets met kracht van zich slingeren.

Zoo, antwoordde de meester, maar ik heb nog een tweede gewoonte, dat is van mijne onbeschaamde gasten op straat te smijten, met toelating de eerste week boven den grond, en de tweede onder den grond door te brengen. In uwen kelder, baas, bij de tonnen bruinbier?

Kwam Bertie dan binnen, zoo scheen het dadelijk alsof er iets tusschen hen gleed: eene schim, die hen scheidde. Maar vooral als zij alleen waren, gevoelden zij zich nameloos ongelukkig. Dan bekroop Frank den lust Bertie de deur uit te smijten, in eens, zonder de minste aanleidende oorzaak, als een schurftigen hond.

Naarmate hij echter in jaren vorderde, werden dergelijke oefeningen, welke men in den beginne door de vingeren gezien had, gestrenger berispt en hem eindelijk door den Prior van zijn klooster volstrekt verboden. De jongeling kon geen dwang verdragen, en meer dan eens ontstond bij hem de lust om den monnikskap weg te smijten en alleen met lans en zwaard de wereld in te gaan.

Maar nu zal ik mijn pen ook zóó scherpen tegen hen, dat ze wordt als een vlijm; in gif en gal zal ik ze doopen; ik zal hun mijn heelen inktpot naar den kop smijten! MEVR. STOCKMANN. Ja maar, Thomas, we gaan immers weg? DR. STOCKMANN. Wel? PETRA. Al bezorgd. DR. STOCKMANN. Best.... Weggaan, zeg je? Neen, om de bliksem niet! Wij blijven waar wij zijn Katrine! PETRA. Blijven we hier?

O, moeder, eene goede school is een onwaardeerbare schat, en nu ik dien voor mijne kinderen heb gevonden, zou ik het als eene domheid, bijna als eene misdaad aanzien, er van te gaan loopen en die weldaad in den wind te smijten."

Als hij den dood nabij was, riep hij: De koning zal mijn goud niet hebben; ik heb gelogen ... Boosaardige tijgeren, ik zal weerkomen om u te bijten. En Tonia riep: Hij betale, hij betale! Zie hoe zijne armen en beenen, die naar den moord liepen, wringen en smijten: het lichaam van den moordenaar rookt; zijn wit haar, hyena's haar, brandt op zijn bleek gezicht. Hij betale, hij betale!

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek