Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Ik tuimelde en zou van den Heuvel af te midden mijner vijanden gerold zijn, had niet de "Spanjool" het gevaar ziende, mij bij den arm gegrepen en tegengehouden. "Je moet mij niet gooien, leelijke Spanjolen!" schreeuwde thans Witte uit al zijn macht, "ik zit hier maar te kijken! Wat doe-je mij zoo'n kogel tegen mijn hoofd te smijten?"
"Pleizier hebben beteekent nog niet dwaasheden uithalen!" antwoordde de oude man. "'t Is weer die onzinnige bras-partij van ieder jaar! En waartoe dat alles? Geld weg te smijten als er zooveel ellende en nood om ons heen is! Och, ik begrijp 't wel: 't is een zwelg- en bras-partij, om 't zwijgen op te leggen aan al 't geklaag!"
Hij dwong het felle beest met eenen ruk van den arm, stil te blijven; hij bekeek het staal, met kwaden blik zoodat de wilde oogappels van het peerd schichtig wegkeerden, 't legde de ooren en 't achterlijf hukte om weer in vervaarlijken slag de pooten uit te smijten boven den kop.
Wel, laatst, toen ik hem eenige oude kliekjes gaf, die ik bij de keukendeur had opgeraapt, en de meester aankwam, zeide deze dat ik hem op zijne kosten voedde, en dat hij niet lijden kon dat elke neger zijn hond hield, en beval mij om het diertje een steen om den hals te doen en in den vijver te smijten." "O George! dat hebt gij toch niet gedaan!" "Gedaan? Ik niet, maar zij.
Na het volbrengen dezer behoefte van mijn hart, rees ik op, haastte mij, al wat ik aan het lijf had af te leggen en met een gevoel van walging in een hoek te smijten, en schoone kleederen en linnengoed uit mijn koffer te krijgen: ja een gevoel van verkwikking en wellust vervulde mij, toen ik, nu van top tot teen in een nieuwen dos gestoken, mij met welgevallen in den spiegel beschouwde.
~Werpen~ behoort meer tot de beschaafde spreek- en schrijftaal, terwijl ~gooien~ en ~smijten~ gewoonlijk tot de volkstaal beperkt zijn. ~Werpen~ heeft min of meer de bijbeteekenis, dat de werking met eenig overleg en daardoor in een bepaalde richting geschiedt; ~gooien~ en ~smijten~ daarentegen doen meer aan onbesuisd optreden denken. ~Gooien~ en ~smijten~ geschieden uitsluitend met de hand, ~werpen~ kan ook plaats hebben met werktuigen.
"We moesten maar zeggen, dat we er op uit waren gegaan, om met het pistool zeemeeuwen te schieten en door een stormwind naar Sicilië zijn afgedreven dat wekt meteen belangstelling." "Misschien is dat nog maar het beste, Jack. In elk geval dienen we eerst die lijken op te ruimen; maar als de kerels eens niet dood zijn? We kunnen ze toch niet levend over boord smijten dat zou een moord wezen."
Had zij, zoo heur zwarte bruidegom het heur had bevolen, het beestiaal niet kunnen doen sterven; de boter niet kunnen doen keeren in de karnton, door er suiker in te smijten; had zij in lijve niet kunnen tegenwoordig zijn bij alle duivelsvereeringen, heksendansen, verfoeiselen en koppelingen van tooveraars?
Ofschoon ik er zelf ook aan schuldig was, kon ik dat plunderen door de anderen niet goed aanzien. De matrozen kaapten allerlei dingen, waar zij letterlijk niets aan hadden, om weer weg te smijten in ruil voor even nuttelooze dingen.
Dezen te grijpen, omhoog te tillen en op den grond neer te smijten, zoo, dat zijn ribben er letterlijk van kraakten, was voor den reus het werk van een paar seconden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek