Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


Zeer ongaarne en met veel tranen verhaalde hij, dat hij twee jaren te voren, te York wonende, door eene zware ziekte werd aangetast, terwijl hij in zijn beroep van schrijnwerker voor Izaäk, den rijken Jood werkte; dat hij buiten staat geweest was, om van het bed op te staan, voordat de geneesmiddelen, welke hij op Rebekka's aanwijzing gebruikt had, en vooral een verwarmende en geurige balsem, hem eenigermate het gebruik zijner ledematen teruggegeven hadden.

Als ge dacht, dat ik een leeuw was, die hier kwam, dan speet het mij bij mijn ziel; neen, ik ben zoo iets volstrekt niet; ik ben een man precies als andere mannen; en laat hij dan wezenlijk zijn naam noemen, en haar ronduit zeggen, dat hij Schaaf de schrijnwerker is. DISSEL. Goed, dat zal gebeuren.

Daardoor werd alles tot in de kleinste bizonderheden naar zijn en naar haar smaak ingericht; daardoor ontzag hij geen moeite, om alles zoo volmaakt mogelijk te doen worden. Hij draafde naar schrijnwerker en zadelmaker, hij kocht gordijnroeden en nam de maat voor portières, hij liet practische, kleine hoekkasten maken en hij was 't, die haar hielp bij het koopen van tapijten en gordijnen.

Op die school gingen ook twee zoontjes van een schrijnwerker, die wel met twaalf knechts werkte en dus veel geld verdiende. Nu spreekt het vanzelf, dat die man het heel druk had en zich daarom niet altijd zooveel met zijn kinderen bemoeide, als dat wel moest. Geheele dagen was hij soms van huis en daar hij veel van zijn kinderen hield, gaf hij om hun maar pleizier te doen, hun in alles den zin, als hij eens thuis was. En Henri en Jacques, zoo heetten de jongens, waren slim. Ze wisten precies waar ze moesten gaan staan om vader te bedriegen. Ja, ze wisten zich zóó mooi voor te doen, dat van al het kwaad, dat ze zelf deden, een ander de schuld kreeg. Er kwamen heel dikwijls klachten over de beide jongens en, als hij er dan w

Ik wil niet, dat ge mij mevrouw noemt." "Straks toen ik hierheen ging," antwoordde Jean Valjean, "heb ik in de straat Saint-Louis bij een schrijnwerker een meubelstuk gezien. Ware ik een mooie vrouw, ik zou het mij aanschaffen. 't Is een fraai toilet, naar den laatsten smaak, van rozenhout, zooals gij het noemt, geloof ik. 't Is ingelegd. Met een grooten spiegel. Er zijn laden in. 't Is lief."

Ja, dan moet ik maar zien zoo gauw mogelijk met de boot weg te komen. Dominee Manders is zoo'n lieve man om iets van gedaan te krijgen; en ik vind eigenlijk dat ik evenveel recht heb op een beetje van dat geld als die akelige schrijnwerker. MEVR. ALVING. Dat is je van harte gegund, Regine. Maar wat kan het mij ook schelen! Ik zal toch nog wel eens champagne drinken met deftige lui!

"Nou, heb ik mijn tijd goed besteed?" zeide hij. "Zie je wel dat ik zoo'n slechte schrijnwerker nog niet ben?" "Slechte? Je bent een volmaakte meester in de kunst!" riep zij stralend uit, terwijl zij hem glimlachend in de oogen zag. "Ik wist wel, dat je veel kon, maar zóó iets had ik toch niet verwacht, hoor!" "Nou, zoo zie je al weer...." "En de heele kamer is op en top jou!

Zijn hevig ontstelde moeder spande eveneens al haar krachten in tevergeefs. Nu riep zij den koetsier en den huisknecht, beiden sterke mannen; ze hielden 't boek ieder aan een kant van den band vast en trokken er uit alle macht aan. Verloren moeite! Het wist van wikken noch verwegen. De smid kwam er zelfs met beitel en hamer en de schrijnwerker met zijn verschillende werktuigen aan te pas.

Slechts een enkel gerucht nog drong tot haar door, de stem van den papegaai. Als om haar wat afleiding te bezorgen, bootste hij het getiktak van het braadspit na, den schellen roep van een vischventer, de zaag van den schrijnwerker aan den overkant, en als 't belde, riep hij met mevrouw Aubain's stem: "Félicité! open doen! open doen!"

PERSONEN: Mevrouw HELENE ALVING, weduwe van den heer Alving, in leven kapitein en kamerheer. OSWALD ALVING, haar zoon, schilder. Dominee MANDERS. ENGSTRAND, schrijnwerker. REGINE ENGSTRAND, bij Mevr. Alving in huis wonend. Het stuk speelt op het landgoed van Mevr. Alving, aan een groote fjord in westelijk Noorwegen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek